104
NE
D
ER
LA
ND
S
Inbouw in behuizing met M16- en M20-doorvoer
Moer:
Aanhaalmoment
typ. 2,5…3 Nm
r (mm)
D (mm)
M16
6,8-0,2
17 ± 0,15 mm
M20
8,7-0,2
21 ± 0,15 mm
Inbouw in behuizing met M25 doorvoer
11,7 -0,2 mm
Moer:
Aanhaalmoment
typ. 2,5…3 Nm
ø 25,5 ± 0,15 mm
LET OP!
Zorg er door geschikte maatregelen voor dat de stekkerverbindingen tegen
buigkrachten zijn beschermd (bijv. geen lasten aan kabels hangen, geen ka-
belwikkelingen vrij laten hangen, etc.), om beschermingsgraad IP68 te kunnen
handhaven.
13.2 SunClix stekkerverbinding
SUNCUX fotovoltaïsche stekkerverbindingen voor gebruik in fotovoltaïsche
installaties voor 2,5-5 mm
2
-solarkabels van het type PV1-F of voor UL-gecer-
tificeerde solarkabels (ZKLA), AWG 10-14
1 Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
: De SUNCLIX-stekkerverbindingen mogen uitsluitend worden
aangesloten door personen met een elektrotechnische opleiding.
WAARSCHUWING
: De SUNCLIX-stekkerverbindingen nooit onder belasting
insteken of scheiden.
Let op!
: Gebruik deze stekkerverbindingen alleen in combinatie met een
2,5 - 6 mm
2
-solarkabels van het type PV1-F of UL-gecertificeerde solarkabels
(ZKLA koperdraden, AWG 10 - 14). Alleen met deze kabel is een veilige elektrische
aansluiting gewaarborgd. Andere kabeltypen zijn op aanvraag mogelijk. Houd bij
het leggen van de kabel de door de fabrikant opgegeven buigradii aan.
LET OP!
: Verbind deze stekkers alleen met andere SUNCLIX-stekkerverbindingen.
Houd bij het verbinden altijd rekening met de gegevens m.b.t. de nominale span-
ning en nominale stroom. De kleinste gemeenschappelijke waarde is toegestaan.
LET OP!
: Bescherm de stekkerverbindingen tegen vochtigheid en vuil.
- Dompel de stekkerverbindingen nooit onder in water.
- Leg de stekkers niet direct op de dakbedekking.
- Voorzie de stekkerverbindingen die niet zijn ingestoken van een beschermkap
(bijv. PV-C PROTECTION CAP, 1785430).
2 Stekkerverbindingen aansluiten
2.1 Kabel aansluiten (afbeelding 32)
• De isolatie met een geschikt gereedschap circa 15 mm strippen. Zorg dat geen
individuele draden worden doorgesneden
1 De gestripte ader met samengedraaide draden zorgvuldig tot de aanslag
invoeren. De draaduiteinden moeten zichtbaar zijn in de veer.
2 Sluit de veer. Zorg dat de veer is vergrendeld.
3 Schuif het inzetstuk in de huls.
4 De kabelwartel aanhalen met 2 Nm.
2.2 Stekkerverbinding samenvoegen
• Steek de stekker en contrastekker in elkaar. Hierbij vergrendeld de verbinding.
• Trek aan de koppeling om een correcte verbinding te controleren.
3 Stekkerverbinding scheiden (afbeelding 33)
U heeft een platte schroevendraaier nodig met een 3 mm breed blad
(bijv. SZF 1-0,6x3,5, 1204517).
1 Steek de schroevendraaier in, zoals getoond in afbeelding 33.
2 Laat de schroevendraaier steken en scheid de contrastekker en stekker van
elkaar.
3.1 Kabel losmaken (afbeelding 34)
1 De kabelwartel losdraaien.
2 Steek de schroevendraaier in, zoals getoond in afbeelding 34.
3 Wrik de verbinding open en trek de huls en het inzetstuk uit elkaar.
4 Open de veer met de schroevendraaier. Verwijder de kabel.
Afbeelding 32
Afbeelding 34
Afbeelding 33
Technische gegevens volgens norm
EN 50521
UL SUBJECT 6703
Omgevingstemperatuur
-40°C...+85 °C
-40°C...+70 °C
Nominale spanning, max. 1100 VDC
600 VDC
Nominale stroom, max.
2,5 mm
2
- 27 A; 4 mm2 -
40 A; 6 mm2 - 40 A
AWG 14 - 15 A, AWG 12 -
20 A, AWG 10 - 30 A
Kabeldiameter
5 ... 8 mm
5 ... 8 mm