7
G
Display
H
AUX-ingang
Een draagbaar audioapparaat aansluiten.
I
Z
(uitwerpen) toets
De disc uitwerpen.
J
DSPL (scherm)/SCRL (rollen) toets
Schermitems wijzigen (indrukken); het
schermitem rollen (ingedrukt houden).
K
(voorpaneel loslaten) toets
L
MODE toets
De radioband selecteren (FM/MW/LW).
M
RESET toets
(bevindt zich achter het
voorpaneel)
N
AF (alternatieve frequenties)/TA
(verkeersinformatie)/PTY
(programmatype) toets
AF en TA instellen (indrukken); PTY
selecteren (ingedrukt houden) in RDS.
O
Cijfertoetsen
CD
:
(1)
/
(2)
:
ALBUM –/+
(tijdens het afspelen
van MP3/WMA)
Albums overslaan (indrukken); albums
blijven overslaan (ingedrukt houden).
(3)
:
REP
(4)
:
SHUF
(6)
:
PAUSE
Afspelen onderbreken. Druk nogmaals
op de toets om te annuleren.
Radio
:
De opgeslagen zenders ontvangen
(indrukken); zenders opslaan (ingedrukt
houden).
P
Ontvanger voor de
kaartafstandsbediening
De volgende toetsen op de
kaartafstandsbediening verschillen van de
toetsen op het apparaat of hebben andere functies
dan de toetsen op het apparaat. Verwijder het
beschermende laagje vóór gebruik (pagina 4).
qj
<
(
.
)/
,
(
>
) toetsen
CD/radio bedienen, dezelfde functie als
(SEEK)
–/+ op het apparaat.
Instellingen, geluidsinstellingen, enzovoort
kunnen worden geregeld met
<
,
.
qk
DSPL (scherm) toets
De schermitems wijzigen.
ql
VOL (volume) +/– toets
Het volume aanpassen.
w;
ATT (dempen) toets
Het geluid dempen. Druk nogmaals op de
toets om te annuleren.
wa
SEL (selectie) toets
Dezelfde functie als de selectietoets op het
apparaat.
ws
M
(+)/
m
(–) toetsen
CD bedienen, dezelfde functie als
(1)
/
(2)
(ALBUM –/+) op het apparaat.
Instellingen, geluidsinstellingen, enzovoort
kunnen worden geregeld met
M
m
.
wd
SCRL (rollen) toets
Het schermitem rollen.
wf
Cijfertoetsen
De opgeslagen zenders ontvangen
(indrukken); zenders opslaan (ingedrukt
houden).
Opmerking
Als het apparaat wordt uitgeschakeld en het scherm
verdwijnt, kan het apparaat niet worden bediend met
de kaartafstandsbediening, tenzij op
(SOURCE)
op
het apparaat wordt gedrukt of er een disc wordt
geplaatst om het apparaat eerst te activeren.