29
Audio-instellingen
— Audio-installatie
Met "AUDIO SETUP" kunt u het geluid
aanpassen aan de afspeelomstandigheden en de
aangesloten apparatuur.
Selecteer "
" (AUDIO SETUP) in het
instelmenu en selecteer de gewenste instelling.
Zie "Instelmenu gebruiken" (pagina 26) voor
meer informatie over de instelprocedures.
De instellingen die worden aangegeven met "*"
in de volgende tabellen, zijn de
standaardinstellingen.
AUDIO ATT (dempen)
Hiermee verlaagt u het niveau van de
audiouitvoer als het geluid wordt vervormd.
Deze instelling heeft invloed op de uitvoer via
FRONT/REAR AUDIO OUT.
AUDIO DRC (Dynamic Range Control)
Zorgt voor een helder geluid bij het afspelen van
een DVD die voldoet aan "AUDIO DRC" met
laag volume.
Deze instelling heeft invloed op de uitvoer via
FRONT/REAR AUDIO OUT.
DOWNMIX
Mengt tot twee kanalen bij het afspelen van een
DVD die achtergeluidselementen (kanalen) heeft
of die is opgenomen in Dolby Digital-indeling.
Zie "Programma-indeling controleren"
(pagina 20) voor meer informatie over de
achtersignaalcomponenten. Deze instelling heeft
invloed op de uitvoer via FRONT/REAR AUDIO
OUT.
OFF*
Selecteer normaal deze instelling.
ON
Verlaagt het niveau van de audiouitvoer.
Selecteer deze instelling wanneer het
weergavegeluid van de ingebouwde
luidsprekers is vervormd.
STANDARD* Selecteer normaal deze
instelling.
WIDE
RANGE
Geeft u het gevoel van een live-
optreden.
SURROUND* Selecteer deze instelling als het
apparaat is aangesloten op een
audiocomponent die compatibel
is met Dolby Surround (Pro
Logic).
NORMAL
Selecteer deze instelling als het
apparaat is aangesloten op een
audiocomponent die niet
compatibel is met Dolby
Surround (Pro Logic).