19
Andere functies
U kunt het toestel (en los verkrijgbare CD/MD-
apparatuur) ook bedienen met een
bedieningssatelliet
(los verkrijgbaar)
.
Gebruik van de
bedieningssatelliet
Bevestig eerst het juiste label afhankelijk van de
manier waarop u de bedieningssatelliet wilt
monteren.
De bedieningssatelliet werkt met knoppen en/of
draairegelaars.
Knoppen indrukken
*1
Alleen indien de juiste los verkrijgbare apparatuur
is aangesloten.
*2
Indien het contactslot van uw wagen geen ACC
(accessory) positie heeft, hou dan
(OFF)
2 seconden lang ingedrukt om de klokindicatie uit
te schakelen nadat u het contact hebt afgezet.
Door aan de bedieningssatelliet te
draaien
Draaien en loslaten om:
– Tracks over te slaan.
– Handmatig af te stemmen op een zender.
Draaien, vasthouden en loslaten om:
– Snel vooruit/achteruit naar een track te
gaan.
– Handmatig een zender te zoeken.
Regelaar indrukken en verdraaien
Draai aan de regelaar en druk hem
tegelijkertijd in om:
– Voorinstelzenders te ontvangen.
– De disc te vervangen*.
*
Wanneer los verkrijgbare CD/MD-apparatuur is
aangesloten.
Druk op
Om
(SOURCE)
Van bron te veranderen
(radio/CD*
1
/MD)
(MODE)
Van bediening te veranderen
(radio band/CD*
1
apparatuur/MD-apparatuur)
(ATT)
Het geluid te dempen
(OFF)
*
2
De weergave of radio-
ontvangst te stoppen
(SOUND)
Het geluidsmenu in te
stellen
(DSPL)
Het weergave-item te
wijzigen
SOUND
DSPL
MODE
SOUND
DSPL
MODE
OFF
Draai aan de VOL regelaar
om het volume te regelen.
(SOURCE)
(SOUND)
(ATT)
(MODE)
(DSPL)
(OFF)
Wordt vervolgd op de volgende pagina
t
SEEK/AMS
regelaar
PRESET/DISC
regelaar