33
NL
*1 Niet bijgeleverd
*2 Luidsprekerimpedantie: 4 – 8 Ω × 4
*3 RCA-kabel (niet bijgeleverd)
*4 Afhankelijk van het type auto moet u een adapter
gebruiken voor een afstandsbediening met kabel
(niet bijgeleverd).
Raadpleeg "De bekabelde afstandsbediening
gebruiken" (pagina 35) voor meer informatie over
het gebruik van de bekabelde afstandsbediening.
*5 Ongeacht of de microfoon al dan niet wordt
gebruikt, dient u de microfooningangskabel
dusdanig te plaatsen, dat hij u niet hindert tijdens
het rijden. Zet de kabel vast met een klem enz. als
deze rond uw voeten is geïnstalleerd.
*6 Zie "De microfoon installeren" (pagina 34) voor
informatie over de installatie van de microfoon.
*7 Afhankelijk van het type auto moet u een adapter
(niet bijgeleverd) gebruiken als de
antenneaansluiting niet past.
*8 Gebruik luidsprekers met een ingangsvermogen van
50 W RMS of meer. Wij raden u aan om Sony XB-
luidsprekers met volledig bereik te gebruiken.
*9 Wanneer de ampèrewaarde van de zekering in uw
auto 10 A is, maakt u rechtstreeks verbinding met de
accu om kortsluitingen te vermijden.
Als uw auto uitgerust is met een elektrisch
bediende antenne zonder relaisdoos, kan de
antenne beschadigd raken als u dit apparaat
aansluit met de bijgeleverde voedingskabel
.
Naar de luidsprekeraansluiting van de auto
Naar de voedingsaansluiting van de auto
Rechtstreeks aansluiten op de accu
Wanneer de ampèrewaarde van de zekering in uw
auto 10 A is, maakt u rechtstreeks verbinding met
de accu om kortsluitingen te vermijden.
naar een metalen onderdeel van de auto
naar de positieve pool van de accu
Opmerkingen
Het is mogelijk dat het apparaat niet optimaal
presteert doordat er onvoldoende vermogen is, zelfs
als u rechtstreeks verbinding maakt met de
voedingskabel van de auto. Maak in dat geval
rechtstreeks verbinding met de accu.
Alle voedingskabels die aangesloten zijn op de
positieve pool van de accu moeten binnen 450 mm
vanaf de pool van de accu van een zekering worden
voorzien. Dit moet gebeuren voordat de kabels door
een metalen oppervlak worden geleid.
Zorg ervoor dat de accukabels die aangesloten zijn op
de auto (aarde naar chassis)* minstens even dik zijn
als de hoofdvoedingskabel waarmee het
hoofdapparaat aangesloten is op de accu.
Tijdens bedrijf aan vol vermogen passeert er een
stroom van meer dan 15 A door het systeem. Zorg er
dus voor dat de kabels die verbonden worden met de
+12 V- en GND-aansluitingen van dit apparaat
minstens AWG14 zijn of een doorsnede hebben van
meer dan 2 mm².
Met vragen over of problemen met de
aansluitingen kunt u terecht bij uw handelaar.
Aansluitingen doorvoeren
1
Achterluidspreker
(rechts)
Paars
2
Paars/zwart
gestreept
3
Voorluidspreker
(rechts)
Grijs
4
Grijs/zwart
gestreept
5
Voorluidspreker
(links)
Wit
6
Wit/zwart
gestreept
7
Achterluidspreker
(links)
Groen
8
Groen/zwart
gestreept
12
Continue voeding
Geel
13
Bediening elektrische
antenne/versterker
(REM OUT)
Blauw/wit
gestreept
14
Geschakelde voeding
verlichting
Oranje/wit
gestreept
15
Geschakelde voeding
Rood
16
Aarding
Zwart
*
Minder dan 450 mm
+12V-autoaccu
Zekering (15 A)