45
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij
het oplossen van problemen die zich met de
speler kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst
doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor
aansluiting en gebruik controleren.
Algemeen
De speler wordt niet ingeschakeld.
•Controleer de aansluitingen.
•Controleer de zekering als de
aansluitingen in orde zijin.
t
Als de zekering is doorgebrand,
vervangt u deze door een zekering met
de juiste sterkte.
t
Als de zekering nog een keer
doorbrandt, neemt u contact met de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
•De speler is wellicht oververhit.
t
Schakel de speler uit. Wacht tot de
speler afkoelt en druk nogmaals op
(POWER)
.
De geheugeninhoud is gewist.
•De voedingskabel of de accu is
losgekoppeld.
•De voedingskabel is niet goed aangesloten.
Opgeslagen instellingen zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
hulpvoedingsaansluiting van de auto.
Het apparaat wordt niet van stroom
voorzien.
•Controleer de aansluiting. Controleer de
zekering wanneer alles in orde is.
Disc/“Memory Stick” afspelen
Een disc kan niet worden geplaatst.
•Er is al een andere disc geplaatst.
•De disc is met kracht omgekeerd of in de
verkeerde richting geplaatst.
MP3-bestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
•De opname is niet gemaakt volgens de
indeling ISO 9660 Level 1 of Level 2 of
Joliet in uitbreidingsindeling.
•De extensie “.MP3” is niet toegevoegd aan
de bestandsnaam.
•Bestanden zijn niet opgeslagen in MP3-
indeling.
JPEG-bestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
JPEG-bestanden worden niet correct
weergegeven.
•De extensie “.JPG” is niet toegevoegd aan
de bestandsnaam.
•Bestanden zijn niet opgeslagen in JPEG-
indeling.
MP3-/JPEG-bestanden worden minder snel
afgespeeld dan andere bestanden.
Bij de volgende discs/“Memory Stick”
duurt het langer voordat het afspelen wordt
gestart:
— een disc/“Memory Stick” die is
opgenomen met een gecompliceerde
structuur;
— discs waaraan gegevens kunnen worden
toegevoegd.
Afspeelfuncties, zoals afspelen
onderbreken, zijn uitgeschakeld.
•De RESET toets is ingedrukt.
•De disc/“Memory Stick” is uitgeworpen.
Het geluid verspringt.
•Vuile of defecte disc.
•De speler is geïnstalleerd op een plaats
waar deze wordt blootgesteld aan erge
trillingen.
Een “Memory Stick” kan niet worden
afgespeeld.
U hebt een “Memory Stick” in deze speler
geplaatst die niet kan worden afgespeeld.
Wordt vervolgd op de volgende pagina
t