22
NL
Aansluiten en opstellen van de luidspr
ekers
Voor inschakelen van de tuner/versterker
Zorg eerst dat:
• De MASTER VOLUME regelaar geheel linksom in de
minimumstand (0) gedraaid staat.
• Er is ingesteld op het juiste paar voorluidsprekers (zie
onder “
7
Luidspreker-keuzeschakelaar (SPEAKERS)”
op blz. 26).
Controleren van de aansluitingen
Na het aansluiten van al uw audio/video-apparatuur op
de tuner/versterker volgt u de onderstaande
aanwijzingen om te controleren of alle aansluitingen in
orde zijn.
1
Druk op de
1/u
toets om de tuner/versterker in te
schakelen.
2
Draai aan de FUNCTION keuzeknop om in te stellen
op een component (beeld/geluidsbron) die u hebt
aangesloten (bijvoorbeeld de CD-speler of het
cassettedeck).
3
Schakel het betreffende apparaat in en start de
weergave van de geluidsbron.
4
Draai aan de MASTER VOLUME regelaar om de
geluidssterkte naar wens in te stellen.
Als u na de bovenstaande handelingen geen normale
geluidsweergave verkrijgt, zoek de oorzaak dan op aan de
hand van de controlelijst op de volgende bladzijde en
neem de vereiste maatregelen om het probleem te
verhelpen.
Alvorens uw tuner/versterker
in gebruik te nemen
Opmerkingen
• Tijdens het bijregelen toont het uitleesvenster de balans van de
voorluidsprekers, de achterluidsprekers, de geluidssterkte van
de middenluidspreker en die van de achterluidsprekers.
• Alhoewel u deze instellingen via het LEVEL menu ook kunt
maken met de toetsen op het voorpaneel (bij weergave van de
testtoon schakelt de tuner/versterker automatisch over naar
het LEVEL menu), is het aanbevolen de hierboven beschreven
werkwijze te volgen en het instellen van de diverse
luidsprekers te verrichten vanaf uw luisterplaats met de
afstandsbediening.
z
Bijregelen van de geluidssterkte voor elke luidspreker
afzonderlijk
Laten we eens aannemen dat u de geluidssterkte van alle
luidsprekers via de testtoon gelijkmatig hebt ingesteld. Daarmee
is dan voldaan aan een van de hoofdvoorwaarden voor een
uitstekende akoestiekweergave, maar er kan toch nog wel eens
een extra aanpassing nodig blijken wanneer u luistert naar de
weergave van een stuk muziek of een film. Dit komt omdat veel
beeld- en geluidsmateriaal wordt geleverd met een
middenkanaal en achterkanalen die iets zachter zijn opgenomen
dan de beide voorkanalen.
Bij het afspelen van een dergelijke geluidsbron met meerkanaals
Surround Sound zult u merken dat het verhogen van de
geluidssterkte van het middenkanaal en de achterluidsprekers
vaak een betere samenhang geeft tussen de voorluidsprekers en
de middenluidspreker en een natuurlijker balans van het
klankbeeld voor en achter.
Ongeveer 1 dB luider zetten van de middenluidspreker en
ongeveer 1 - 2 dB extra voor de achterluidsprekers geeft vaak het
beste resultaat.
Anders gezegd, voor een beter geïntegreerd klankbeeld met een
natuurlijk klinkende dialoog is het aanbevolen de nodige
aanpassingen te maken tijdens het luisteren naar uw favoriete
muziek of speelfilms. Een geringe aanpassing van slechts 1 dB
kan vaak een enorm verschil maken in de klank van uw
thuistheater.
Opstelling voor meerkanaals Surround
akoestiek
5
0
1
3
9
7
4
6
2
8
10
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
PHONES
SPEAKERS
A
OFF
A
+
B
B
MASTER VOLUME
SHIFT
FM/AM
– +
DOOR OPEN
PRESET TUNING
VIDEO 3 INPUT
R
L
VIDEO
S-VIDEO
AUDIO
VIDEO 1
FM MODE
BASS BOOST
5.1CH INPUT
EQUALIZER
INPUT MODE
SOUND FIELD
A.F.D.
MODE
2CH
MODE
2CH
BASS BOOST
A.F.D.
MEMORY
VIDEO 2
VIDEO 3
TAPE
MD/DAT
CD
TUNER
PHONO
MULTI CHANNEL DECODING
SUR
LEVEL
EQ
DIMMER
DISPLAY
+
–
•
•
•
•
SET UP
NAME
ENTER
MODE
FUNCTION
MUTING
PTY
EON
– PTY SELECT +
TUNING/
RDS
DVD
TV/LD
MASTER VOLUME
FUNCTION
1/u