36
NL
Genieten van Surr
ound Sound akoestiek
Bijregelen van de klankbeelden
U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen door de
akoestiekparameters en de klankkleur van de midden- en
voorluidsprekers zo in te stellen dat het geluid in uw
luisterruimte optimaal klinkt.
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de
nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven
(tenzij de tuner/versterker langer dan ongeveer twee
weken niet op een stopcontact aangesloten is). Om een
bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel
de gewenste veranderingen aan te brengen.
Zie het overzicht op blz. 39 voor de parameters waarmee
u een bepaald klankbeeld kunt bijregelen.
Voor de beste weergave van meerkanaals
Surround Sound
Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en volg de
aanwijzingen onder “Opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek” vanaf blz. 18 alvorens u een
klankbeeld gaat aanpassen.
Aanpassen van de akoestiekparameters
Het SUR menu biedt een aantal parameters waarmee u
allerlei verschillende aspecten van het gekozen
klankbeeld kunt aanpassen. De instellingen die u in dit
menu kiest worden voor elk klankbeeld afzonderlijk
vastgelegd.
1
Start de weergave van een geluidsbron die is
gecodeerd met een meerkanaals Surround
geluidsspoor.
2
Druk op de SUR toets.
De toets licht op en de eerste parameter wordt
aangegeven.
3
Druk op de cursortoetsen (
of
) om in te stellen
op de parameter die u wilt bijregelen.
4
Draai aan de instelknop om de gewenste stand te
kiezen. De gekozen instelling wordt automatisch
vastgelegd.
Effectniveau (EFFECT)
Oorspronkelijke instelling: (afhankelijk van het
klankbeeld)
Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk van het
gekozen klankbeeld naar wens instellen.
Wandbekleding (WALL)
Oorspronkelijke instelling: gemiddeld
Wanneer geluid weerkaatst wordt door een wand die
bekleed is met relatief zacht materiaal of door gordijnen,
worden de hoge tonen verzwakt. Een hardere
wandbekleding daarentegen reflecteert het geluid meer
gelijkmatig en zal de frequentiekarakteristiek van het
geluid daarom minder sterk beïnvloeden. Deze “WALL”
parameter simuleert de hardheid van de wandbekleding,
door het variëren van de hoeveelheid hoge tonen. De S
(soft) instelling geeft een zachte wandbekleding aan en de
H (hard) instelling een harde wandbekleding. De
gemiddelde stand geldt voor een standaard halfharde
wand (van hout).
Weerkaatsing (REVERB)
Oorspronkelijke instelling: gemiddeld
Bij een muziekuitvoering zal het geluid altijd een aantal
malen heen en weer kaatsen tussen de linker en rechter
wanden, het plafond en de vloer, vóór het onze oren
bereikt. Hoe groter de ruimte, des te langer zullen de
weerkaatsingen duren. Met deze parameter kunt u de
tijdsduur van de vroege weerkaatsingen bijregelen om zo
een grotere (L) of een kleinere (S) ruimte te simuleren.
• De weerkaatsingen zijn instelbaar over een ±8
instelbereik in 17 stapjes, van –8 (S, voor Small) tot +8
(L, voor Large).
• De gemiddelde stand (0) geeft een standaard ruimte,
zonder bijregeling.
Schermdiepte (SCREEN DEPTH)
Oorspronkelijke instelling: MID
In een bioscoop wordt de indruk gewekt alsof het geluid
direct komt vanaf de beelden die op het scherm
verschijnen. Met deze parameter kunt u in uw
luisterkamer hetzelfde effect bereiken door het geluid van
de voorluidsprekers te verschuiven tot “binnenin” het
scherm.
• De schermdiepte is instelbaar op OFF, MID of DEEP.
• De DEEP stand geeft het beeldscherm-geluid de
grootste diepte.
Virtuele luidsprekers (VIR. SPEAKERS)
Oorspronkelijke instelling: ON
Hiermee kunt u de virtuele luidsprekers die worden
gesimuleerd bij de CINEMA STUDIO EX. A, B, C en
SEMI-CINEMA STUDIO EX. A, B, C klankbeelden aan en
uit zetten.