c
35
leggen.
10
Aanliggen ten resp. trekken over scherpe randen (een rand is scherp,
wanneer de radius r van de Rand kleiner dan of gelijk is aan de dikte
d van de SpanSet-strop resp. van de -hanger is).
11
SpanSet-rondstrop resp. -hanger op de haakpunt van een lasthaak
leggen.
12
Last op SpanSet-rondstrop resp. -hanger plaatsen.
13
Onbedoeld loshaken bij ongeschikte lasthaak.
14
Aanslaan van de last aan rondingen.
15
Inwerking van zuren van de logen op metalen beslagdelen.
16
Pendelen resp. roteren van de last.
17
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden.
SpanSet-rondstroppen en -hangers mogen in de volgende geval-
len niet worden gebruikt:
– wanneer het label
VI
ontbreekt (zie omslag).
– wanneer de dragende, door slangomhulsel ommantelde koppeling van
de SpanSet-strop resp. de -hanger beschadigd is.
– wanneer het weefsel door zuur, loog of andere chemische stoffen en
substanties beschadigd is.
– wanneer het slangomhulsel door inwerking van warmte (door bijv.
lasdruppels) beschadigd is.
– wanneer niet verwisselbare beslagdelen door overbelasting of slijta-
ge vervormd werden (verbuigingen, inkepingen, geschuurde plaatsen
aan de oplegpunten enz.).
– bij barsten, dwarsscheuren, inkepingen, breuken of corrosie van
beslagdelen.
3.3 Restrisico’s
#
Gevaar!
De dood of zware verwonding van personen door val-
lende lasten, als de SpanSet-rondstroppen resp. -hangers op een
verboden manier worden gebruikt. SpanSet-rondstroppen resp. -hangers
uitsluitend zoals beoogd gebruiken (zie
3.1
Beoogd gebruik).
3.4 Verplichtingen van de exploitant
De exploitant van SpanSet-rondstroppen resp. -hangers heeft ten minste