c
40
#
Wanneer meer dan één Magnum-X rondstrop gebruikt wordt
voor het tillen, dienen de rondstroppen identiek te zijn.
#
Wanneer Magnum-X rondstroppen met ongelijk rekvermogen
gebruikt worden, bestaat het gevaar dat de last schuin gaat
hangen.
#
Bij gelijkmatige (symmetrische) verdeling van de last, gelijke
lengte van de sprongen en gelijke hoek mogen volgens BGR 500
voor een hijsketting met 4 sprongen slechts drie sprongen als dragende
sprongen gebruikt worden.
#
Bij een asymmetrische verdeling van last en/of bij ongelijke hoek
mag bij een hijsketting met 2 sprongen slechts 1 sprong en bij
een hijsketting met 3 of 4 sprongen mogen slecht twee sprongen als
dragende sprongen gebruikt worden.
#
Wanneer de Magnum-X rondstroppen paarsgewijs gebruikt wor-
den, wordt het gebruik van een traverse/hijsevenaar geadviseerd
om de last gelijkmatig te verdelen
19
.
3.3 Bepalen van de nominale draagcapaciteit
De nominale draagkracht van de Magnum-X rondstroppen dient
groter of gelijk zijn aan de massa van de last. Let bij de keuze van de
Magnum-X rondstroppen, met welke aanslagmethode en onder welke
hellingshoek het tillen wordt uitgevoerd, omdat dit van invloed is op de
werkelijk bruikbare draagcapaciteit van de Magnum-X rondstroppen. De
hijsband moet volledig op het vlak van het hijsmiddel (bijv. kraanhaak)
en op de last liggen.
#
Let op: Een te sterke zijdelingse inperking (beknelling) leidt tot
verlies van de draagcapaciteit van de Magnum-X rondstroppen.
3.4. Aanpassen van de last.
Maak de hijsband zo vast aan de last dat deze tijdens het hijsen niet
over de last kan glijden of van de last kan afglijden. Zorg ervoor dat de