151
NL
2.1 Snelstartmodus (handmatige modus)
Voer je training op een virtueel parcours uit, zo snel en zo lang als je wil. Maak een snelle start als volgt:
• Zet je computerconsole aan.
• Begin de eerste ronde. De computer toont je positie op het virtuele parcours en toont de belangrijke
parameterwaarden in de controlebalk.
• Als je de training wilt onderbreken, druk je op de PAUSE-toets (zie hoofdstuk 1.3).
• Als je de training wilt stoppen, druk je op de STOP-toets.
De trainingsresultaten worden getoond.
2.2 Target modes (Gewenste modi)
Stel een gewenste tijd, afstand of het aantal calorieën in om de duur van de training te bepalen. De
selectiebereiken zijn:
TARGET
BEREIK
STANDAARDWAARDE
... time (tijd)
van 10 minuten tot 10 uur
30 minuten
... distance (afstand)
van 1 tot 200 kilometer
5 kilometers
... calories
van 10 tot 2000 kcal
50 kcal
Het target value instellen
• Zorg ervoor dat het hoofdmenu wordt getoond. Druk eventueel op de 'Home'-toets.
• Draai aan de controleregelaar tot de gewenste modus is gemarkeerd. Druk dan op de controleregelaar om dit te
selecteren.
• Er verschijnt een menuvenster voor het instellen van het instelpunt. Het volgende voorbeeld toont het
instelvenster voor de gewenste afstand:
• Draai aan de controleregelaar om de streefwaarde te verhogen of te verlagen. De huidige waarde wordt
boven de controlebalk weergegeven als een numerieke waarde en als een staafdiagram.
• Als de gewenste waarde wordt getoond, druk je op de controleregelaar. De streefwaarde is ingesteld.
De training uitvoeren
• Druk op de START-toets en begin je training.
• Stel de intensiteit naar wens in:
gebruik de UP- en DOWN-toetsen om dit te doen.
• Het aftellen begint. Als de streefwaarde is bereikt, wordt de intensiteit op nul gezet. Je bent klaar met je
training.
• Na de training worden de resultaten getoond.
• Als je tijdens de training even wilt pauzeren, druk je op de PAUZE-toets (zie hoofdstuk 1.3).
• Als je de training wilt stoppen voordat het aftellen voorbij is, druk je op de STOP-toets.