22
Mastermodus
Mastervinger inlezen
Voorwaarden:
• Apparaat is geïnitialiseerd
• LED brandt rood (fabriekstoestand)
• Beweeg de mastervinger over de
sensor heen.
De LED groen knippert gedurende
ca. 3 seconden, daarna brandt de
LED rood.
• Beweeg de mastervinger opnieuw
over de sensor heen.
De LED groen knippert gedurende
ca. 3 seconden, daarna brandt de
LED rood.
• Beweeg de mastervinger voor de
derde keer over de sensor heen.
De LED groen knippert gedurende
ca. 3 seconden, daarna brandt de
LED permanent. De mastervinger
is nu op geldige wijze ingelezen.
Nu kunt u gebruikersvingers gaan
inlezen.
Als er een vinger over de sensor
bewogen, maar niet herkend is,
knippert de rode LED 3 gedurende
seconden en brandt hij daarna per‑
manent.
Inlezen herhalen.
Gebruikersvingers inlezen
Voorwaarden:
• LED groen brandt (bedrijfsstatus)
• Mastervinger 1 maal over de
sensor heen bewegen.
De LED groen knippert gedurende
ca. 3 seconden, daarna brandt de
LED rood.
• Beweeg de gebruikersvinger over
de sensor heen.
De LED groen knippert gedurende
ca. 3 seconden, daarna brandt de
LED rood.
• Beweeg de gebruikersvinger
opnieuw over de sensor heen.
De LED groen knippert gedurende
ca. 3 seconden, daarna brandt de
LED rood.
• Beweeg de gebruikersvinger voor
de derde keer over de sensor heen.
De LED groen knippert gedurende
ca. 3 seconden, daarna brandt de
groene LED permanent.
Als er een vinger over de sensor
bewogen, maar niet herkend is,
knippert de rode LED 3 gedurende
seconden en brandt hij daarna per‑
manent.
Inlezen herhalen.
Controle:
• Gebruikersvinger 1 maal over de
sensor heen bewegen.
De LED groen knippert en het relais
schakelt.
Bedrijfsmodus veran
-
deren
Ter verandering van de gebruiks‑
modus kan de module in de module
‑
drager blijven.
Om de FPM 611‑… volgens speciale
eisen te kunnen gebruiken, moet u
vóór de ingebruikname de desbetref
‑
fende bedrijfs‑modus instellen. U
stelt de bedrijfsmodus op de achter‑
zijde van de module in:
Module-ontname
Siedle productinformatie van het
Siedle Classic Montagehandleiding.
5 Bedrijfsmodus instellen
• Klep op de achterzijde van de
module met behulp van een schroe
‑
vendraaier openen
• Gewenste bedrijfsmodus (0 t/m 9)
op de draaischakelaar instellen. Als
u de gewenste bedrijfsmodus inge‑
steld hebt, moet u de klep sluiten en
de module weer inbouwen.
Instelbare bedrijfsmodi:
1
= Mastermodus
5
= Groepsadministratormodus
9
= Administratormodus
0, 2..4 en 6..8
= Wismodus
Stand-alone-werking
Groepsadministrator-
modus
Groepsadministratorvinger
inlezen
Voorwaarden:
• Apparaat is geïnitialiseerd
• Groepsadministratormodus inge
‑
steld (5)
LED rood brandt (fabriekstoestand)
De vinger die u in de groepsadminis
‑
tratormodus het eerst inleest, is de
groepsadministratorvinger.
• Beweeg de groepsadministra
‑
torvinger over de sensor heen. De
LED groen knippert ca. 3 seconden,
daarna brandt de LED rood.
• Beweeg de groepsadministra‑
torvinger opnieuw over de sensor
heen. De LED groen knippert
ca. 3 seconden, daarna brandt de
LED rood.
• Beweeg de groepsadministrator
‑
vinger voor de derde keer over de
sensor heen.
De LED groen knippert gedurende
ca. 3 seconden, daarna brandt de
LED groen permanent. De groepsad
‑
ministratorvinger is nu op geldige
wijze ingelezen. Nu kunt u groeps‑
mastervingers gaan inlezen.
Als er een vinger over de sensor
bewogen, maar niet herkend is,
knippert de rode LED 3 gedurende
seconden en brandt hij daarna per‑
manent.
Inlezen herhalen.
Groepsmastervingers inlezen
• Beweeg de groepsadministrator
‑
vinger 1 maal over de sensor heen.
De LED groen knippert gedurende
ca. 3 seconden, daarna brandt de
LED rood. (Inleesmodus voor de
groepsmastervinger)
• Beweeg de groepsmastervinger
over de sensor heen. De LED groen
knippert gedurende ca. 3 seconden,
daarna brandt de LED rood.
• Beweeg de groepsmastervinger
opnieuw over de sensor heen.
Summary of Contents for CFPM 611-02
Page 2: ...2 2 1 3 ...
Page 3: ...3 4 5 ...