NL - 18
8.2 ACCU
8.2.1 Autonomie van de accu
De autonomie van de accu (en dus de oppervlakte
van het gazon dat bewerkt kan worden alvorens
de accu opgeladen moet worden) is hoofdzakelijk
afhankelijk van:
A.
Arbeidsfactoren die een grotere energiebehoefte
opleveren (bijv. maaien met dicht, hoog, vochtig
gras).
B.
Gedrag van de bediener, die de volgende punten
moet vermijden:
•
de machine vaak aan- en uit te schakelen tijdens
het werken;
•
een overmatige hoeveelheid gras verwijderd in
relatie tot de staat van het gazon;
•
Een te hoge voortbewegingssnelheid vergeleken
met de hoeveelheid gras die gemaaid moet
worden;
C.
Omgevingsfactoren, zoals een hoge
omgevingstemperatuur, boven + 35°C.
Om de autonomie van de accu te bevorderen, is het
raadzaam:
•
het gras te maaien wanneer de gazon droog is;
•
het gras vaak te maaien om te vermijden dat het tè
hoog groeit;
•
een hogere maaihoogte in te stellen wanneer het
gras hoger staat en een tweede maaibeurt uit te
voeren op een lagere hoogte;
•
de machine niet te gebruiken in functie “mulching”
wanneer het gras zeer hoog staat.
•
het gras maaien bij een temperatuur 5 en
+ 35 °C.
8.2.2 Herlading van de accu
De energie die benodigd is voor de werking van de
machine wordt verzekerd door een accu die een
zorgvuldig onderhoud vereist om de werkzaamheid en
de levensduur ervan te verzekeren.
De accu van uw machine dient steeds te worden
opgeladen:
•
Bij het eerste gebruik na de aankoop van de
machine.
•
Bij het bereiken van de minimale laaddrempel
(Afb. 12.F).
•
Vóór elke langere periode waarin de machine niet
zal worden gebruikt.
•
Minimaal één keer per maand tijdens opslag.
•
Vóór de machine na een lange periode van stilstand
opnieuw in gebruik te nemen.
LET OP
Als de accu niet via de daarvoor bestemde acculader
op het lichtnet is aangesloten, wordt de acculading
verlaagd, zelfs als de machine niet wordt gebruikt.
Mochten de accu's diep ontladen worden, dan kunnen
ze ernstig beschadigd raken en onbruikbaar worden.
De garantie dekt de schade veroorzaakt door een niet
regelmatig opgeladen accu niet.
LET OP
Het opladen mag uitsluitend gebeuren via het daarvoor
bestemde stopcontact (Afb. 16.B) en de meegeleverde
acculader (Afb. 16.D) of een ander type vermeld in de
tabel "Technische gegevens". Andere oplaadsystemen
kunnen de accu op een onherstelbare manier
beschadigen.
LET OP
Het opladen van de accu moet uitgevoerd worden
in een omgeving die beschermd is tegen de slechte
weersomstandigheden, in de schaduw, bij een
temperatuur 5 en +35°C.
OPMERKING
De accu kan op eender welk moment, ook gedeeltelijk,
opgeladen worden, zonder risico op beschadiging.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Voer geen onderhoud of reiniging uit terwijl de
batterijen opgeladen worden.
Om de batterij op te laden:
•
Plaats de machine nabij een stopcontact met
sterpunt (om het gebruik van verlengsnoeren te
vermijden) en verwijder de sleutel;
•
Open de achterdeur (Afb. 16.A);
•
Sluit de meegeleverde acculader (Afb.16.D) aan
op de oplaadaansluiting (Afb. 16.B) met de juiste
bajonetsluiting om de respectievelijke connector vast
te zetten (Afb. 16.C);
•
Sluit de acculader aan op het lichtnet door de
betreffende stekker in het stopcontact te steken
(Afb. 17).
Summary of Contents for AM 108 Li 48 V2
Page 3: ... Ah battery capacity Nominal voltage min s n kg Type Art N V 9 5 10 1 11 2 8 3 6 12 4 7 1 2 3 ...
Page 4: ...B 2 A C B 2 A D C B D 1 E D E 1 A B B 1 B B 4 5 6 7 ...
Page 5: ... 8 9 I II ...
Page 6: ...10 12 14 16 max 15 27 1 3 11 13 15 ...
Page 7: ... D C B A TEST BEFORE USE TEST RESET 17 18 19 20 21 A H H 30 mm H 10 mm H 20 mm H 0 mm ...
Page 8: ... 22 23 24 25 A B 26 ...
Page 9: ... 27 28 29 ...
Page 414: ......