38
39
16.12.2021
16.12.2021
NL
NL
2
3
4
5
6
9
8
10
7
1
1.
Weergave uitgangsspanning
2. Stroomweergave
3.
Controlelamp spanning
4. Spanningsinstellling
5.
Controlelamp stroom
6. Stroominstellling
7. Aanknop
8.
Positieve uitgang (+)
9.
Aardingsuitgang (GND)
10. Negatieve uitgang (-)
3.2. VOORBEREIDING VOOR WERKING
PLAATSING VAN HET APPARAAT
Omgevingstemperatuur mag niet hoger dan 40 °C zijn
en de relatieve luchtvochtigheid mag niet hoger liggen
dan 80%. Apparaat moet worden geplaatst waar goede
luchtcirculatie is. De afstand tussen iedere muur en apparaat
dient minstens 10 cm te zijn. Apparaat dient uit de buurt
van hete oppervlakken te worden gehouden. Het apparaat
moet altijd worden gebruikt op een effen, stabiel, schoon,
vuurvast en droog oppervlak en buiten het bereik van
kinderen en mensen met verminderde mentale, sensorische
en mentale functies. Het apparaat dient zo te worden
geplaatst dat de stekker altijd bereikbaar is. Zorg ervoor dat
de stroomvoorziening van het apparaat overeenkomt met
de gegevens op het typeplaatje!
3.3. WERKEN MET HET APPARAAT
Om de meest stabiele instellingen binnen de tolerantie van
het PSU-apparaat te verkrijgen, schakelt u het 30 minuten
voor aanvang van de werkzaamheden in.
1.
Plaats het apparaat op een stabiel oppervlak en sluit
de stroomkabel aan op een voedingsbron die voldoet
aan het typeplaatje van de voedingsadapter.
2.
Schakel apparaat in met de aanknop (7).
3.
Instellen van de spanning of vermogen:
a)
Instellen uitgangsspanning
• Als het controlelampje (3) brandt, kan de
spanningswaarde worden ingesteld met de knop
(4).
• Als de controlelampje (3) uit is, zet de knop (6)
op de maximale waarde door deze rechtsom te
draaien. Het controlelampje (3) gaat aan. Stel de
gewenste spanning in met knop (4).
b)
Instellen uitgangssstroom
• Stel knop (4) in op een waarde tussen 3 en 5 V.
• Draai knop (6) tegen de klok in en deze deze op
de minimumstand.
• Sluit de positieve (8) en negatieve (10) polen kort
met het meetsnoer.
• Stel de gewenste stroomsterkte in met knop (6).
• Koppel het meetsnoer los van het apparaat.
• Het controlelampje (5) gaat aan.
4.
Sluit na het instellen van de parameters de externe
belasting aan op de juiste polen, (+) en (-).
Let op! Sluit de belasting niet aan voordat u het
apparaat inschakelt. Dit kan schade veroorzaken.
3.4. REINIGING EN ONDERHOUD
a)
Trek vóór elke reiniging, aanpassing of vervanging van
accessoires, ook wanneer het apparaat niet in gebruik
is, de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat
volledig afkoelen.
b)
Bewaar het apparaat op een koele en droge plaats,
beschermd tegen vocht en direct zonlicht.
c)
Het is niet toegestaan het apparaat met een straal
water te besproeien of het apparaat in water onder te
dompelen.
3.1. BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
3. GEBRUIKSVOORWAARDEN
Het apparaat is bedoeld om externe apparaten te voorzien
van gelijkstroom met gespecificeerde spanning.
Gebruiker is verantwoordelijk voor eventuele schade
veroorzaakt door niet-beoogd gebruik.
r)
Pas de spanning / stroom geleidelijk aan indien
het apparaat werkt met een inductieve belasting,
zoals magnetische spoelen, gelijkstroommotoren,
stappenmotoren, enz. Schakel de stroom NOOIT in of
uit terwijl een inductieve belasting is aangesloten.
s) Schakel de voeding niet in of uit terwijl deze is
aangesloten op een belasting.
t)
Sluit aangesloten stroomkabels niet kort.
u) De openingen voor ventilatie mogen niet worden
afgedekt!
o) Det er forbudt at bruge strømforsyningen under
fuld belastning i længere tid, da dette kan beskadige
enheden.
p) Strømforsyningens udgangsspænding bør
ikke overstige indgangsspændingen på den
strømforsynede enhed. For høj spænding kan
beskadige den strømforsynede enhed.
q) Før du ændrer UPS-driftstilstanden, skal du først
afbryde de tilsluttede kabler til den eksterne
belastning.
r)
Hvis apparatet kører med en induktiv belastning såsom
magnetspoler, jævnstrømsmotorer, stepmotorer osv.,
skal du sørge for at ændre spændingen/strømmen
langsomt. Tænd eller sluk ALDRIG strømmen med en
induktiv belastning tilsluttet.
s)
Tænd eller sluk ikke for strømforsyningen, mens den
er tilsluttet en belastning.
t)
Kortslut ikke de kabler, der er tilsluttet spændingen.
u)
Apparatets ventilationsåbninger må ikke blokeres!
LET OP!
Ondanks dat het apparaat ontworpen
met veiligheid als doel, over voldoende
veiligheidsmaatregelen beschikt en ondanks de
inzet van extra waarborgen voor de veiligheid van
de gebruiker, blijft er toch een klein risico bestaan
op ongevallen of letsel tijdens bediening van het
apparaat. Voorzichtigheid en gebruik van gezond
verstand tijdens gebruik wordt aanbevolen.
d) Zorg ervoor dat er geen water door de
ventilatieopeningen in de behuizing kan
binnendringen.
e)
De ventilatieopeningen dienen te worden gereinigd
met een borstel en perslucht.
f)
Het apparaat dient regelmatig worden gecontroleerd
op technische operatie en eventuele schade.
g)
Gebruik voor reinigen een zachte doek.
h) Gebruik voor reinigen geen scherpe en/of metalen
attributen (bijv. metalen borstels of metalen spatels)
omdat dit de buitenkant van het materiaal kan
beschadigen.
i) Gebruik voor reiniging geen zuurhoudende
substanties, medische middelen, verdunners,
brandstoffen, olie of andere chemische substanties
die het product kunnen beschadigen.
VERWIJDERING VAN GEBRUIKTE APPARATEN.
Aan het einde van de levensduur mag dit product niet
worden weggegooid met het normale huisvuil, maar
moet het worden ingeleverd bij een inzamelpunt voor
het recyclen van elektrische en elektronische apparaten.
Dit wordt aangegeven door een symbool op het product,
de handleiding of de verpakking. De materialen die in het
apparaat worden gebruikt kunnen worden hergebruikt in
overeenstemming met hun markering. Dankzij hergebruik,
gebruik van materialen of andere vormen van gebruik van
gebruikte apparaten levert u een belangrijke bijdrage aan de
bescherming van ons milieu.
De plaatselijke overheid verschaft informatie over het juiste
punt voor de verwijdering van gebruikte apparaten.
