93
NL
De detector aanzetten
•
Druk op de knop om de detector AAN te zetten.
•
Wanneer de detector AAN wordt gezet, worden alle iconen op
het LCD heel even weergegeven (gebruik deze functie om te
controleren of het LCD goed functioneert).
•
Houd de toets langer dan 2 seconden ingedrukt om de
detector UIT te zetten.
OPMERKING:
De detector schakelt automatisch UIT als deze
10 minuten lang geen laserstraal detecteert. Druk op de
toets om de detector weer AAN te zetten.
Detector LCD verlichting
•
Wanneer de detector AAN staat, druk dan op de toets om
de LCD verlichting AAN/UIT te zetten.
OPMERKING:
De verlichting schakelt automatisch UIT als de
detector 60 seconden geen laserstraal heeft gedetecteerd, of als
er geen toets is ingedrukt.
De detector nauwkeurigheid instellen
•
Zet de detector AAN, druk op de toets om te wisselen
tussen de HOOG en LAAG nauwkeurigheid standen.
•
De standaard nauwkeurigheid instelling is HOOG.
OPMERKING:
Gebruik de nauwkeurigheid stand LAAG als:
•
De nauwkeurigheid stand HOOG niet nodig is.
•
Een stabiele referentielijn niet kan worden verkregen door
trillingen.
•
De hitte de laserstraal verstoort.
Het volume van de detector luidspreker
instellen
•
Zet de detector AAN, druk op de toets om tussen de
volume-instellingen te wisselen (HARD/ZACHT/UIT).
•
Wanneer de detector AAN wordt gezet, staat het volume
standaard op HARD.
De referentielijn detecteren
1.
Zet de detector AAN, positioneer de detector waar de
laserstraal wordt geprojecteerd.
2.
Gebruik de libellen van de detector (Afbeelding
Ⓒ②
) om
waterpas te blijven.
3.
Richt het glas (Afbeelding
Ⓒ③
) richting de bron van de
laserstraal. Het glas mag maximaal op een hoek van 40°
van de bron van de laserstraal staan
4.
Gebruik de "Laser gedetecteerd" iconen op het LCD scherm
om de referentielijn (Afbeelding
Ⓒ①
) op één lijn te zetten
met de laserstraal.
OPMERKING:
Als de luidspreker AAN staat (HARD/
ZACHT), helpt een toon met het uitlijnen van de detector.
Een snelle toon geeft aan dat de detector naar beneden
moet worden verplaatst. Een langzame toon geeft aan
dat de detector naar boven moet worden verplaatst. Een
Ononderbroken toon geeft aan dat de laser is uitgelijnd met
de
referentielijn op de detector.
Ononderbroken toon
Op één lijn met de referentielijn
Snelle toon
Beweeg de detector naar beneden
Langzame toon
Beweeg de detector naar boven
5.
Wanneer de laser op één lijn staat met de referentielijn,
markeer dan die positie.
OPMERKING:
Als de bovenkant van de detector wordt
gebruikt om de locatie te markeren, raadpleeg dan de
achterkant van de detector voor de compensatie waarde.
Onderhoud en reiniging
•
Wanneer u de laser niet meer gebruikt, maak dan de externe
onderdelen ervan schoon met een vochtige doek, veeg het
apparaat droog met een droge doek en berg het vervolgens
op in de meegeleverde gereedschapsdoos.
•
Maak de laser NOOIT schoon met oplosmiddelen.
•
Berg de laser niet op bij temperaturen lager dan -10˚C of
hoger dan 40˚C.
•
Zorg ervoor dat u nauwkeurig werk kunt blijven leveren,
controleer regelmatig de kalibratie van de laser.
•
Controles van de kalibratie en andere
onderhoudswerkzaamheden kunnen door STANLEY
servicecentra worden uitgevoerd.
Summary of Contents for Fatmax FMHT77446
Page 2: ...2 RL700L RL750L G A B ...
Page 3: ...3 1 2 1 2 60 mm 2 36 in RL 600 RL 600L RL 700L RL 750L G E C D 1 2 ...
Page 4: ...4 1 2 AA AA OPEN 1 2 _ _ 1 2 F G ...
Page 5: ...5 5 8 11 5 8 11 H I ...
Page 6: ...6 J K L ...
Page 7: ...7 N M X Y ...
Page 8: ...8 X X Y 20 m 20 m 20 m 20 m D1 D2 D0 D2 D1 O ...
Page 317: ...317 ...