Stanley Fatmax SFMCB100, Manual

32

(Vertaling van de originele instructies)

NEDERLANDS

MONTAGE EN AFSTELLINGEN

@

Waarschuwing! Schakel, om het risico op 

ernstig persoonlijk letsel te verminderen, 

de 

eenheid uit 

en 

verwijder het accupack voordat 

u aanpassingen maakt of hulpstukken of 

accessoires verwijdert/installeert. Wanneer het 

gereedschap per ongeluk wordt ingeschakeld kan dat 

leiden tot letsel. 

Het kussen voor het aanbrengen van de 

wolwas bevestigen (Afb. A, B, D)

@

WAARSCHUWING: Als er onderdelen ontbreken, 

gebruik deze poetser/polijster dan niet voordat 

de ontbrekende onderdelen vervangen zijn. Dit 

nalaten, kan dat tot ernstig persoonlijk letsel leiden.

1. Bevestig het kussen voor het aanbrengen van was ( 8 ) 

aan de schuimrubberen kussenbasis ( 3 ) zoals wordt 

weergegeven op Afb. A. Zorg er ALTIJD voor dat de 

elastische strip op de onderkant van het kussen stevig 

tegen de onderkant van het schuimrubberen kussen zit.

2. Gebruik voor pastawas een breekmes of een ander plat 

voorwerp, breng de pastawas aan op het kussen door een 

theelepel was gelijkmatig over het volledige oppervlak van 

het kussen voor het aanbrengen van was te smeren, zoals 

wordt weergegeven in Afb. B. 

BELANGRIJK: Breng de was niet rechtstreeks op het 

voertuig aan.

3. Breng, voor vloeibare was, drie omwentelingen was aan 

op het kussen. Dit moet voldoende zijn om 1/4 van het 

oppervlak van het voertuig te bedekken, zoals wordt 

weergegeven op Afb. D.

4. Gebruik voor de tweede, derde en vierde laag, slechts de 

helft van de eerste laag. Het kussen zal voor deze lagen 

niet zoveel was absorberen.

Het kussen voor het Terry Cloth‑polijsten 

bevestigen (Afb. C, D)

1. Plaats het terry‑kussen ( 9 ) op een schuimrubberen 

kussen ( 3 ).

2. Zorg er ALTIJD voor dat de elastische strip op de 

onderkant van het kussen stevig tegen de onderkant van 

het schuimrubberen kussen zit.

3. Breng de was aan met een draaiende beweging, zoals 

wordt weergegeven op Afb. D.

BEDIENING

@

Waarschuwing! Schakel, om het risico op ernstig 

letsel te beperken, de eenheid uit 

en 

verwijder 

het accupack voordat u aanpassingen maakt 

of hulpstukken of accessoires verwijdert/

installeert. Een onvoorziene opstart kan ernstig 

letsel veroorzaken

.

De accu in het gereedschap plaatsen en                

eruit nemen

Om het accupack te plaatsen (Afb. E)

Š

Plaats het accupack ( 5 ) stevig in het gereedschap tot u 

een klik hoort, zoals wordt weergegeven op Afbeelding E. 

Controleer dat de accu geheel op z'n plaats zit en goed 

is vergrendeld.

Om de accu te verwijderen (Afb. E)

Š

Druk vrijgaveknop van de accu in ( 6 ) zoals wordt 

weergegeven op Afbeelding E en trek de accu uit 

het gereedschap.

Keuzeknop voor snelheid

De keuzeknop voor snelheid ( 4 ) verandert de snelheid van 

de polijstmachine. Draai de knop voorwaarts om de snelheid 

te verhogen of achterwaarts om de snelheid te verlagen. 1 is 

de traagste instelling en 3 is de hoogste instelling.

Juiste handpositie (Afb. F)

@

Waarschuwing! Beperk het risico op ernstig 

persoonlijk letsel, plaatsALTIJD uw handen in de 

juiste positie, zoals afgebeeld. 

@

Waarschuwing! Houd, om het risico op persoonlijk 

letsel te verminderen, het gereedschap ALTIJD 

stevig vast, zodat u voorbereid bent om een 

plotselinge terugslag.

Voor een juiste positie van de handen, moeten beiden handen 

zich op de perimeterhandgreep bevinden ( 1 ).

Voertuig waxen (Afb. G)

1. Voordat u uw voertuig begint te waxen, poetsen en 

polijsten, moet u alle teer, vetvlekken en insectenvlekken 

verwijderen met een schoonmaakmiddel voor algemene 

doeleinden. Droog uw voertuig. 

2. Breng de poetser/polijster tegen het voertuig en schakel 

de schoonmaker/polijster AAN door de schakelaar naar 

de Aan‑stand te schuiven. Om het spatten van was te 

vermijden, moet u de poetser/polijster ALTIJD stoppen 

tegen het oppervlak dat gepolijst moet worden.

3. Beging te poesten met een lage snelheid en verhoog 

daarna de snelheid met de keuzeknop ( 4 ).

4. Breng was aan in een rechte lijn, in een zijdelingse of 

heen en weer beweging. Maak ALTIJD brede, gelijkmatige 

stroken om was aan te brengen. Was aanbrengen in 

een dunne, gelijkmatig laag. Te veel was biedt niet meer 

bescherming en zorgt er alleen voor dat de was moeilijker 

te verwijderen is.

5. Breng eerst was aan op de platte oppervlakken (motorkap, 

koffer en dak). Wax één deel tegelijkertijd.

6. Wax de zijkanten, na het waxen van de platte 

oppervlakken. Het is het gemakkelijkste om het volledige 

oppervlak te waxen, voordat de fase voor het verwijderen