60
77-322
Nauwkeurigheid
nivelleringsstraal
(Zie fi guur
L
)
•
L
1
Plaats het laserapparaat zoals in de afbeelding is
getoond met de laser AAN. Markeer punt P
1
bij het kruis.
•
L
2
Roteer het laserapparaat 180° en markeer punt P
2
bij
het kruis.
•
L
3
Plaats het laserapparaat dichter bij de muur en markeer
punt P
3
.
•
L
4
Roteer het laserapparaat 180° en markeer punt P
4
bij
het kruis.
•
L
5
Meet de verticale afstand tussen P
1
en P
3
voor het
bepalen van D
3
en de verticale afstand tussen P
2
en P
4
om
D
4
te bepalen.
• Calculeer de maximale toelaatbare offset afstand en
vergelijk dit met het verschil van D
3
en D
4
zoals getoond in
de vergelijking.
• Als het totaal niet minder of gelijk is aan de
berekende maximale offset afstand, dan moet het
apparaat aan de Stanley-distributeur geretourneerd
worden voor kalibratie.
Maximale offset afstand:
= 0,13 mm
m x (D
1
m - (2 x D
2
m))
Maximum
= 0,0016 in
ft x (D
1
ft - (2 x D
2
ft))
Vergelijk: (Zie afbeelding
L
5
)
D
3
- D
4
≤ ± Maximum
Voorbeeld:
• D
1
= 10 m, D
2
= 0,5 m
• D
3
= 0,4 mm
• D
4
= - 0,6 mm
• 0,2
mm
m
x (10 m - (2 x 0,5 m) = 1,8 mm
(maximum
offset afstand)
• (0,4 mm) - (- 0,6 mm) = 1,0 mm
• 1,0 mm ≤ 1,8 mm
(TRUE, apparaat is binnen
toleratie)
Handmatige modus
(zie afbeelding
H
)
• Schakelt de zelfnivellerende functie uit en maakt het
mogelijk een vaste laserstraal in elke gewenste richting
te projecteren.
Nauwkeurigheidscontrole
en kalibratie
OPMERKING:
• De lasermeters zijn op de fabriek verzegeld en gekalibreerd
op de gespecifi ceerde nauwkeurigheid.
• Het wordt echter aanbevolen de kalibratie te controleren
voor u het toestel in gebruik neemt. Daarna de kalibratie
periodiek herhalen.
• De lasermeter moet regelmatig gecontroleerd worden op
nauwkeurigheid, vooral voor precisiemetingen.
• Transportvergrendeling moet ontgrendeld zijn
om zelfnivellering mogelijk te maken en de
nauwkeurigheid te controleren.
Nauwkeurigheid 90
°
verticale
straal
(Zie fi guur
K
)
OPMERKING:
• Voor deze controle is minimaal 1,5 m
2
ruimte vereist en
wellicht hulp van een collega.
• Plaats het laserapparaat op een vlakke ondergrond en
schakel alle stralen in.
•
K
1
Meet exact 0,91 m
(3 ft)
vanaf het midden van het
laserapparaat langs de verticale laserstraal. Markeer dit
punt P
1
.
•
K
2
Meet exact 1,22 m
(4 ft)
vanaf het midden van
het laserapparaat langs een van de 90° verticale
referentiestralen en markeer dit punt P
2
.
•
K
3
Meet vanaf punt A tot punt B; deze afstand D
1
moet
1,52 m ± 0,3 mm
(5 ft ± 1/64 in) zijn.
• Zo niet, dan moet het apparaat geretourneerd
worden aan uw Stanley-distributeur voor kalibratie.
•
K
4
Herhaal bovenstaande stappen om de andere stralen
te controleren.
Summary of Contents for SML
Page 2: ...2 77 322 A B C 1 5 2 10 11 12 3 2 6 7 4 8 2 2 9 12 13 ...
Page 3: ...3 77 322 E D 14 11 15 16 17 7 8 8 8 F 7 7 7 ...
Page 4: ...4 77 322 G H H1 H2 ...
Page 5: ...5 77 322 J K J1 J2 P1 0 91 m 3 ft 1 22 m 4 ft P2 D2 P1 P4 P3 D1 P2 P1 K1 K2 K3 K4 ...
Page 15: ...15 77 322 Notes ...
Page 23: ...23 77 322 Hinweise ...
Page 31: ...31 77 322 Remarques ...
Page 39: ...39 77 322 Note ...
Page 47: ...47 77 322 Notas ...
Page 55: ...55 77 322 Notas ...
Page 63: ...63 77 322 Opmerkingen ...
Page 71: ...71 77 322 Opmerkingen ...
Page 79: ...79 77 322 Anmärkningar ...
Page 87: ...87 77 322 Huomautukset ...
Page 95: ...95 77 322 Notat ...
Page 103: ...103 77 322 Notatki ...
Page 119: ...119 77 322 Poznámky ...
Page 135: ...135 77 322 Megjegyzések ...
Page 143: ...143 77 322 Poznámky ...
Page 151: ...151 77 322 Opombe ...
Page 175: ...175 77 322 Märkused ...
Page 183: ...183 77 322 Piezīmes ...
Page 191: ...191 77 322 Pastabos ...
Page 207: ...207 77 322 Notlar ...