24
25
Veiligheidsinstructies
Apparaat enkel in overeenstemming met de op het typeaanduidingplaatje vermelde
∙
gegevens aansluiten en bedienen.
Enkel gebruiken als voeding en apparaat geen beschadigingen vertonen. Telkens vóór
∙
gebruik controleren!
∙
Kinderen op een veilige afstand van het apparaat houden. Gevaar voor
brandwonden! Dit apparaat mag niet gebruikt worden door kinderen en per-
sonen met een beperkte mentale capaciteit of met gebrek aan kennis, tenzij zij onder
toezicht van een voor hun veiligheid instaande persoon staan of tenzij zij instructies
kregen, hoe het apparaat gebruikt dient te worden. Er dient voor gezorgd te worden
dat kinderen niet met het apparaat spelen.
Telkens na gebruik of in geval van een fout stekker uittrekken
∙
Ruk niet aan het aansluitsnoer. Laat het niet tegen kanten schuren en let erop dat het
∙
niet gekneld geraakt.
Snoer op een veilige afstand van hete onderdelen houden.
∙
Laat het apparaat tijdens de werking nooit zonder toezicht.
∙
Bewaar het apparaat niet in de open lucht of in een vochtige kamer.
∙
Dompel het apparaat niet in water.
∙
Gebruik het apparaat nooit na een functiestoring, bijvoorbeeld als het op de grond
∙
gevallen is of op een andere manier beschadigd werd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden in geval van een verkeerd gebruik,
∙
dat door veronachtzaming van de gebruiksaanwijzing tot stand komt.
Reparaties aan het apparaat, zoals bijvoorbeeld een uitwisseling van een beschadigde
∙
voeding, mogen uitsluitend door een klantenservice uitgevoerd worden om gevaren
te vermijden.
Apparaat wordt heet, enkel na afkoeling transporteren.
∙
Vóór het eerste gebruik
∙
: alle onderdelen grondig reinigen en vervolgens drogen.
Het verwarmingsgedeelte niet in water dompelen. Bij het eerste gebruik kan het tot
een lichte nieuwe geur komen.
Het apparaat mag niet met een tijdschakelklok of met een apart afstandsbesturings-
∙
systeem bediend worden!
Opgepast! Apparaat wordt heet. Gevaar voor brandwonden!
Tijdens de werking kan de temperatuur van de aanraakbare oppervlakken
zeer hoog zijn. Apparaat op een effen, niet-gevoelige onderlaag (bijvoorbeeld gelakte
meubelen) zetten. Zet het apparaat nooit op een verwarmd oppervlak (bijvoorbeeld
kookplaat).
PRODUCTINFOR-
MATIE
Functies:
De automatische stoomkookketel
maakt de snelle, zuinige en ca-
loriearme bereiding van levens-
middelen mogelijk. Alle belangri-
jke bestanddelen, vitamines en
mineralen blijven behouden.
Deksel
Bovenste reservoir
Middelste reservoir
Onderste reservoir
Bijvulling van water
Timer
Power
Heat
Wait
Progr
Functies:
7 automatische programma’s
+ 1 handmatig programma voor de instelling
van een willekeurige kookduur
Technische gegevens:
Vermogen: 800 watt
Groot LCD-display / timer
(Kookreservoir en deksel zijn vaatwasma-
chinebestendig)
Functies
Doeleinde:
1. Lampje voor de
indicatie van de werking
Ter controle, of het apparaat onder spanning staat
2. LED “Verwarmen”
Geeft aan, wanneer het apparaat aan het
verwarmen is
3. LED “Wait” (“Wachten”)
Geeft aan, wanneer het apparaat zich in de
voorselectie van de tijd bevindt
4. LED “Programma”
Geeft aan, wanneer het apparaat programma 1-8
gekozen heeft
5. Waterpeilindicator
Ter controle van het waterpeil in het reservoir
6. Programmatoets
Voor de selectie van de automatische programma’s
7. Toets “+”
Instelling van de programma’s en van de kooktijd
8. Toets “-“
Instelling van de programma’s en van de kooktijd
9. Toets “START/OFF”
Voor het in- en uitschakelen en starten van het
apparaat
Werking:
•
Het waterreservoir tot aan de markering “Max.” met leiding- of gedestilleerd water aanvullen.
Verdeel de levensmiddelen in de schalen. U kunt meerdere levensmiddelen gelijktijdig koken
(bijvoorbeeld in de schaal nr. 1 vis en in de schaal nr. 2 groenten). Levensmiddelen, die vet af-
geven, dienen altijd in het onderste kookreservoir gelegd te worden. Bovendien dient u zoveel
mogelijk levensmiddelen met dezelfde kooktijd te gebruiken.
•
U kunt levensmiddelen, die een langere kooktijd nodig hebben, in het kookreservoir nr. 1
doen en de andere levensmiddelen in het kookreservoir nr. 2. Kook de levensmiddelen in de
automatische kookmodus in beide reservoirs zolang totdat de levensmiddelen met de kortere
kooktijd zacht gekookt zijn en verwijder na beëindiging van het kookproces het kookreservoir
nr. 2. Vervolgens zet u het deksel op het kookreservoir nr. 1 en stelt u de nog benodigde kook-
tijd met de hand in.
Automatische programma’s
De stoomkookketel beschikt over verschillende voorprogrammeerbare kooktijden voor
enkele levensmiddelen. Deze automatische kooktijden stemmen met een gemiddelde
vulhoeveelheid van de kookreservoirs overeen (zie tabel).
Het apparaat beschikt bovendien over een handmatige modus voor een vrije instelling