28
29
Spinazie
Vers
Diepgevroren
250 g
250 g
9 – 11
19 – 21
Na de helft van de
kooktijd omroeren
Bonen
Vers
400 g
19 – 21
Na de helft van de
kooktijd omroeren
Erwten
Vers
Diepgevroren
400 g
400 g
11 – 13
16 – 19
Na de helft van de
kooktijd omroeren
Aardappelen,
gesneden
Vers
400 g
21 - 22
Bij bevroren levensmiddelen wordt de kooktijd verlengd.
VLEES EN GEVOGELTE
1. Het voordeel bij het stoomkoken is dat al het vet kan afvloeien. Tot de beste resultaten komt
u met zachte malse en magere plakjes vlees.
2. Gevogelte kan samen met kruiden gekookt worden.
3. Controleer v
óó
r het opdienen, of het vlees gaar is. Prik in het vlees of snijd een plakje af om
de kookgraad van het vlees te controleren.
Vlees
Type
Gewicht/stuk
Kooktijden
Gevogelte
Filet zonder beentjes
250 g
450 g
13–16
33-37
Varken
Filet, nek/kotelet of
ribbetjes
400 g
6-12
VIS EN ZEEVRUCHTEN
Aanbeveling:
1. Vis is gaar wanneer het visvlees ondoorzichtig is en met een vork gemakkelijk verdeeld kan
worden.
2. Diepgevroren vis kan onontdooid met stoom gekookt worden als het v
óó
r het koken ver-
deeld wordt; de kooktijd wordt echter dienovereenkomstig verlengd.
Levensmiddel
Type
Gewicht/stuk
Kooktijden
Schaaldieren
Vers
250 / 400 g
10 – 11
Garnalen
Vers
425 g
7
Mosselen
Vers
450 g
10 – 12
Langoesten (staarten)
Diepgevroren
2 stuks, elk 400 g
23 – 23
Visfilets
Diepgevroren
Vers
250 g
250 g
11 – 13
7 – 9
RIJST
Levensmiddel
Type
Hoeveelheid/water
Kooktijden
Rijst
Wit
200 g / 300 ml
38-42
Giet 200 g rijst en 350 ml water in de rijstschotel en doe er specerijen of kruiden bij . Vul
het waterreservoir tot aan het maximum. De rijstschotel zet u in het onderste reservoir.
Vreng het deksel aan en start het programma 1
REINIGING EN ONDERHOUD
1. Dompel het voetstuk, de stroomkabel of de stekker nooit in water.
2. Trek v
óó
r de reiniging de netstekker uit het stopcontact en laat het apparaat helemaal afkoe-
len.
3. Reinig het apparaat en de bestanddelen van het apparaat in geen geval met schurende
reinigingsmiddelen.
4. Wij adviseren u, het deksel en het resterende kookreservoir met heet water en een beetje
afwasmiddel te reinigen. Vervolgens grondig spoelen en afdrogen.
5. Alternatief kunnen de kunststofschalen, maar niet het watergedeelte, ook met het korte
programma in het bovenste mandje van de vaatwasmachine gewassen worden. Door een
regelmatige reiniging in de vaatwasmachine kunnen de oppervlakken echter mogelijkerwijs
hun glans verliezen en achteraf donkerder worden.
6. Dompel het elektronische verwarmingsonderdeel niet in water. Vul het waterreservoir
met heet zeepwater en reinig het met een doekje. Grondig afspoelen.
7. Veeg het voetstuk met een vochtig doekje af.
8. Reinig het apparaat regelmatig.
Ontkalken van het waterreservoir
Na regelmatig gebruik gedurende 2-3 maanden kan er kalkaanslag in het waterreservoir
en op het verwarmingselement tot ontwikkeling komen. Dat is heel normaal verschijn-
sel, de hoeveelheid van de kalkaanslag hangt van de hardheidsgraad van het water in
uw regio af. Om de goede werkwijze van het apparaat te behouden en om de levensdu-
ur van het apparaat te verlengen, dient het regelmatig ontkalkt te worden.
1. Vul het waterreservoir tot aan de markering “Max.” met witte azijn (geen wijnazijn)
aan.
BELANGRIJK:
Gebruik in geen geval een of ander chemisch product of een in de handel nor-
maal verkrijgbaar ontkalkingsmiddel.
2. Sluit het apparaat nu op een stopcontact aan. De opvangschaal, het/de
kookreservoir(s) en het deksel moeten tijdens dit procédé op hun plaats zijn.
3. Stel met de timer met de hand een tijd van 25 minuten in. Na het verstrijken van deze
tijdsspanne begint het apparaat met de productie van stoom.
OPGELET: Als er bij het opkoken azijn over de rand van het voetstuk loopt, trekt u de
netstekker uit het stopcontact en zet u de timer op nul. Verminder de hoeveelheid azijn
een beetje.
Zodra het akoestische signaal weerklinkt, trekt u de netstekker uit het stopcontact en
laat u het apparaat volledig afkoelen voordat u de azijn leegmaakt.
Spoel het reservoir meermaals met koud water.