22
3.5
Veiligheid
3.5.1
Dwarsverkeer
In de ruststand steun
en de dwarsverkeersteunen (CTL’s) op de
steundragers en vangen de belastingen van al het mogelijke langs-
en dwarsverkeer op (zie Fig 10).
3.5.2
De teenbeschermers
Over het volle bereik werkende teenbeschermers schermen de
laadbrug aan beide zijden af (zie Fig 12). Overeenkomstig de
veiligheidsregels zijn ze geel / zwart gestreept.
3.5.3
Veiligheidsstop (Panic stop)
Wanneer de vrachtwagen tijdens het laad-/losproces wegrijdt en er
een vorkheftruck of zware lading op de laadbrug staat, zal de
veiligheidsstop automatisch in werking treden. Nadat de last is
verwijderd, is een korte druk op de bedieningsknop voldoende om
de laadbrug te resetten.
Laat de laadbrug daarna alvorens deze opnieuw in gebruik te gaan
nemen, controleren op vervormingen, beschadigingen etc. door uw
leverancier/dealer.
3.5.4
Scheefstand
Door het torderen van het dek kan de lip van de laadbrug contact
houden met het laadvlak tot een scheefstand van ca. 100 mm.
3.5.5
Hoofd-/noodstopschakelaar
De noodstopfunctie is aangebracht voor geval van calamiteiten en
mag tijdens het laad- losproces niet worden gebruikt, daar de
laadbrug de verticale bewegingen van de vrachtwagen dan niet
meer kan volgen waardoor er een gevaarlijke situatie en schade
kan ontstaan.
3.5.6
Onderhoudsgrendels
De laadbrug is voorzien van twee grendels t.b.v. onderhoud. De
grendels bevinden aan de binnenzijde van de teenbeschermings-
platen. Met de laadbrug in de hoogste stand kunnen de grendels
uitgeschoven worden, daarna kan men de laadbrug op de grendels
laten zakken (zie Fig 11).
De onderhoudsgrendels altijd gebruiken bij reparaties,
afstellingen, onderhoud en/of schoonmaakwerkzaamheden
onder het dek van de laadbrug.
3.5
Sicherheit
3.5.1
Querverkehr
In der Ruhestellung ruhen die Querverkehrstützen auf den Trägern und
fangen die Belastungen jeglichen Längs- oder Querverkehrs auf
(siehe Fig 10).
3.5.2
Die Zehenschutzbleche
Über den gesamten Bereich wirkende Zehenschutzbleche schirmen die
Überladebrücke an beiden Seiten ab (Siehe Fig 12). Den Sicherheits-
vorschriften entsprechend sind sie gelb-schwarz gestreift.
3.5.3
Sicherheitsstop (Panikstop)
Wenn der Lkw während des Be- oder Entladens wegfährt und ein
Gabelstapler oder eine schwere Ladung auf der Überladebrücke steht,
schaltet sich der Sicherheitsstop automatisch ein. Sobald die Last
entfernt ist, genügt es, den Bedienungsknopf kurz zu drücken, um die
Überladebrücke wieder zu aktivieren. Lassen Sie die Überladebrücke
anschließend vom Lieferanten bzw. Händler auf Verformung,
Beschädigung usw. prüfen, bevor Sie die Überladebrücke erneut in
Betrieb nehmen.
3.5.4
Neigung
Durch Torsion der Plattform kann die Lippe der Überladebrücke die
Ladefläche bis zu einer Neigung von ca. 100 mm folgen.
3.5.5
Haupt-/Notausschalter
Die Not-Aus Funktion ist nur für den Notfall gedacht und darf während
des Be- und Entladens nicht benutzt werden, da die Überladebrücke
andernfalls den Bewegungen des Lkws in vertikaler Richtung nicht mehr
folgen kann. Dies bringt Gefahrensituationen und mögliche Schäden mit
sich.
3.5.6
Wartungsriegel
Die Überladebrücke ist versehen mit zwei Riegeln für Wartung. Diese
Riegel befinden sich an der Innenseite der Zehenschutzbleche. Mit der
Überladebrücke in der höchster Stellung können die Riegel verriegelt
werden und danach kann man die Plattform auf den Riegel senken
lassen (Siehe Fig 11).
Bei allen Reparatur-, Einstellungs-, Wartungs- und/ oder
Reinigungsarbeiten unter der Plattform der Überladebrücke immer
die Wartungsverrieglung verwenden
Fig 10
Fig 11
Summary of Contents for XPH 2020
Page 2: ......
