45
NL
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
grendelen, controleer dan of het
fi
lter correct is geïnstalleerd. Krach-
tige vergrendeling van de stofopvangbank kan de stofzuiger bescha-
digen en een verkeerde werking veroorzaken.
De correct geïnstalleerde stofopvangbak sluit over de gehele rand
aan op de behuizing, de onderste opening aan de rand van de
stofopvangbank is afgedekt met de uitloop van de behuizing en de
bovenste opening van de stofopvangbank is afgedekt met de ver-
grendelknop (VI). Een correct geïnstalleerde stofopvangbank kan
alleen worden gedemonteerd door op de vergrendelknop van de
stofopvangbank te drukken.
Installatie van accessoires (VII)
Schuif een van de uiteinden of de
fl
exibele slang in de opening aan
de voorkant van de stofopvangbank. Het is toegestaan om zachte
oppervlakken, zoals tapijten, tapijten, tapijten, sto
ff
ering, enz. te stof-
zuigen zonder een geïnstalleerd uiteinde of slang.
De aansluiting van de slang zonder ribbels is ontworpen om in de
opening van de stofopvangbank te worden geschoven en de ribbe-
laansluiting moet over de punt worden geschoven.
De geborstelde punt wordt gebruikt voor het reinigen van oppervlak-
ken die gemakkelijk kunnen worden bekrast. De smalle punt wordt
gebruikt voor het reinigen van moeilijk bereikbare plaatsen.
Als het apparaat als compressor wordt gebruikt, sluit u de pomp-
slang aan op de luchtuitlaat. Til de slangaansluitingshendel op,
schuif de aansluiting op de luchtuitlaatklep en laat vervolgens de
aansluitingshendel (X) zakken.
De vrije slangaansluiting moet op dezelfde manier aan de klep van het
te verpompen product worden bevestigd als hierboven beschreven.
Voorbereiding op het werk
Controleer de stofzuigtank en maak deze zo nodig leeg.
Controleer de toestand van het
fi
lter. In geval van vuil, moet het
fi
lter
droog worden gereinigd met een stroom perslucht van maximaal 0,3
MPa of nat onder een stroom lopend, lauw water. Als het vuil niet uit
het
fi
lter kan worden verwijderd, vervang het dan door een nieuwe.
Controleer de toestand van de
fi
lterafdichtingen, vervang het
fi
lter
door een nieuwe als deze beschadigd zijn.
LET OP!
Het is verboden om met een stofzuiger te werken zonder
een goed geïnstalleerd lucht
fi
lter. Dit kan schade aan de stofzuiger
en elektrische schokken veroorzaken.
Werken met een stofzuiger
LET OP!
Het is verboden om een stofzuiger met hete as te gebrui-
ken. De temperatuur van het door de stofzuiger opgezogen afval
mag niet hoger zijn dan 40 graden C.
Zorg ervoor dat alle voorbereidende werkzaamheden correct zijn
uitgevoerd.
Zorg ervoor dat de stofzuigerschakelaar in de uit-stand „O/OFF” staat.
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact van de voe-
dingsinstallatie, de LED gaat branden en de lamp in de bovenste
behuizing van de stofzuiger gaat branden.
Schuif de schakelaar naar voren om het apparaat als stofzuiger te
laten werken of naar achteren om het apparaat als compressor (VIII)
te laten werken.
Om de druk te controleren, stopt u het pompen door de schakelaar
in de uit-stand - O/OFF te zetten en leest u de manometer af. Scha-
kel de compressor altijd uit om de druk in het op te pompen product
af te lezen.
Schakel na a
fl
oop van de werkzaamheden de stofzuiger uit met de
aan/uit-schakelaar en trek vervolgens de stekker uit het stopcontact.
Start het onderhoud van de stofzuiger.
Als de LED niet oplicht wanneer de stekker is aangesloten en
de stofzuiger niet werkt, kan de zekering in de stekker zijn door-
gebrand. Als dit het geval is, vervang deze dan door een nieuwe.
Schroef hiervoor de montagering los, verwijder het stekkercontact
en de zekering. De montage uitvoeren in omgekeerde volgorde.
Let op! Als er tijdens het bedrijf verdachte trillingen, een daling van
de stuwkracht of een luidruchtigere werking van de motor worden
waargenomen, kan dit betekenen dat de tank vol is of dat de slang
of het zuigmondstuk verstopt is. Schakel in dit geval de stofzuiger
onmiddellijk uit met de schakelaar en trek de stekker uit het stop-
contact. Leeg vervolgens de tank en controleer de doorlaatbaarheid
van de slang en het mondstuk. Ontgrendel indien nodig. Als het niet
mogelijk is om de slang of het mondstuk te deblokkeren, vervang
deze dan door nieuwe voordat u verder gaat met werken.
Onderhoud van de stofzuiger
Let op! Voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert, dient u zich
ervan te vergewissen dat de stekker van het netsnoer is losgekop-
peld van het stopcontact van de voedingsinstallatie.
Controleer na elk gebruik van de stofzuiger de tank, de dekselaf-
dichting en het lucht
fi
lter zoals beschreven in het hoofdstuk:
‘Voor-
bereiding op het werk’
Reinig de stofzuiger aan de buitenkant en het
fi
lter met een per-
sluchtstroom van maximaal 0,3 MPa. Speciale aandacht moet
worden besteed aan de doorlaatbaarheid van ventilatieopeningen,
zowel inlaat- als uitlaatopeningen. Indien nodig, reinigen met een
persluchtstroom van maximaal 0,3 MPa. Gebruik geen scherpe, me-
talen voorwerpen voor het reinigen van ventilatieopeningen. Dompel
de stofzuiger niet onder in water om hem te reinigen. Controleer de
stofzuigerslang na en voor elk gebruik op beschadigingen. Het is
verboden om een beschadigde slang te gebruiken.
Verwijder groter vuil uit de behuizing met een zachte doek.