BedIeNINg
reiniging, verzorging en onderhoud
www.stiebel-eltron.com
CON Premium | CON Premium U |
47
N
ED
ER
LA
N
D
S
f
Stel het gewenste starttijdstip in met de toetsen "+" en "–".
f
Druk op de toets "OK".
Het eindtijdstip voor comfortwerking wordt weergegeven.
f
Stel het gewenste eindtijdstip in met de toetsen "+" en "–".
f
Druk op de toets "OK".
De comfortfase "3-01" is geconfigureerd.
f
Om een andere comfortfase te configureren, selecteert u in
tijdprogramma Pro3 de weergave "3---" met de toetsen "+"
en "–". Ga te werk zoals beschreven.
Info
Om de ingestelde comfortfasen te resetten, activeert u
parameter P4.
f
Merk op dat door parameter P4 te activeren, alle
tijdprogramma's (Pro1, Pro2, Pro3) weer in de leve-
ringstoestand worden gezet.
5.4.3 Parameter
U kunt de volgende parameters oproepen:
display
Beschrijving
Opties
P1
Offset kamertemperatuur
±3 °C | ±5 °F
P2
Tijdnotatie
12 h | 24 h
P3
Eenheid temperatuurweergave
°C | °F
P4
Tijdprogramma’s (Pro1, Pro2, Pro3) resetten.
on | off
P5
Relatieve verwarmingsduur resetten
on | off
Wanneer u de waarde van een parameter wilt wijzigen, roept u
de overeenkomstige parameter op met de toetsen "+" en "–". Druk
op de toets "OK".
Zodra het symbool "Parameter bewerkbaar" verschijnt, kunt u de
waarde van de parameter wijzigen met de toetsen "+" en "–". Druk
op de toets "OK" om de ingestelde waarde op te slaan.
P1: Offset kamertemperatuur
Een ongelijkmatige temperatuurverdeling in de ruimte kan tot een
verschil leiden tussen de weergegeven actuele temperatuur I1 en
de door u gemeten kamertemperatuur. Om dit verschil te com-
penseren, kunt u met parameter P1 een kamertemperatuur-offset
van ±3 °C instellen.
Voorbeeld: Het toestel geeft I1 = 21,0 °C aan. De door u gemeten
kamertemperatuur bedraagt 20,0 °C. Er is een verschil van 1,0 °C.
f
Om het verschil te compenseren, stelt u een offset van
P1 = -1,0 in.
P2: Tijdnotatie
Met parameter P2 kunt u definiëren of de tijd wordt weergegeven
in 12-uurs- of 24-uurs notatie.
P3: Eenheid temperatuurweergave
Met parameter P3 kunt u bepalen of de kamertemperatuur wordt
weergegeven in graden Celsius [°C] of in graden Fahrenheit [°F].
P4: Tijdprogramma's resetten
Door parameter P4 te activeren, zet u alle tijdprogramma's (Pro1,
Pro2, Pro3) weer in de leveringstoestand.
P5: Relatieve verwarmingsduur resetten
Door parameter P5 te activeren, zet u de teller voor de relatieve
verwarmingsduur (I2) terug.
6. Reiniging, verzorging en onderhoud
Het toestel bevat geen onderdelen die door de gebruiker moeten
worden onderhouden.
Materiële schade
- Spuit geen reinigingsspray in de luchtspleten.
- Let erop dat er geen vocht binnendringt in het toestel.
- Als er een lichte, bruinachtige verkleuring optreedt op de be-
huizing van het toestel, veegt u deze met een vochtige doek af.
- Reinig het toestel in afgekoelde toestand met gebruikelij-
ke onderhoudsmiddelen. Vermijd schurende en bijtende
onderhoudsmiddelen.
7. Problemen verhelpen
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De ruimte wordt niet
warm genoeg. Het
toestel wordt niet
warm.
De temperatuur is te laag
ingesteld op het toestel.
Controleer de ingestelde
kamertemperatuur. Regel
evt. bij.
Probleem met de voe-
ding.
Controleer de stand van de
netschakelaar, de FI-aard-
lekschakelaar en de zekering
van de huisinstallatie.
De ruimte wordt niet
warm genoeg hoewel
het toestel warm
wordt.
Oververhitting. De
veiligheidstemperatuur-
begrenzer begrenst het
verwarmingsvermogen.
Verhelp de oorzaak (vuil of
hindernissen bij de luchtaan-
voer of luchtafvoer). Let op
de minimumafstanden!
De warmtebehoefte van
de ruimte is groter dan
het vermogen van het
toestel.
Verhelp de warmteverliezen
(sluit vensters en deuren.
Vermijd continue ventilatie.)
De ruimte wordt te
warm.
De temperatuur is te
hoog ingesteld op het
toestel.
Controleer de ingestelde
kamertemperatuur. Regel
evt. bij.
Het symbool "Ver-
warming actief"
knippert. Het toestel
verwarmt niet.
De elektronische kamer-
temperatuurregeling
beperkt de duur tussen
twee inschakeltijdstippen
op ten minste 10 minu-
ten. De verwarming blijft
uit tot deze tijd verstre-
ken is, het symbool "Ver-
warming actief" knippert.
Wacht de duur tussen twee
inschakeltijdstippen af.
De venster-open-her-
kenning reageert
niet.
Het toestel herkent geen
duidelijke temperatuur-
daling door ventileren.
(De venster-open-her-
kenning gaat uit van een
stabiele kamertempe-
ratuur.)
Wacht na instellingen op
het toestel een tijdje tot de
kamertemperatuur zich vol-
ledig gestabiliseerd heeft.
Vermijd hindernissen voor de
luchtuitwisseling tussen het
toestel en de kamerlucht.
Monteer het toestel in de
onmiddellijke omgeving van
een venster.
Ventileer via een volledig
geopend venster.
Schakel het toestel voor
de duur van het ventileren
handmatig naar stand-by-
werking.