Äƃ
ZH<ŝŌTVB.eB
qqqĪZ`.<é<`VHCĪHB
.CZ`<<`.
BHC`&
1
26
_0
5
_0
1
_0
623
1 Afstandhouder
f
Verwijder de afstandhouder.
2
6
_0
5_0
1
_0
6
2
4
1
1
1 Aansluitklemmen
f
Monteer de aansluitklemmen op de overgang tussen de
collector en de stekkerverbinding.
26
_0
5
_0
1
_0
625
f
Borg de aansluitklemmen door de vergrendeling in te
klappen.
f
Isoleer de stekkerverbinding tussen de collectoren met het
meegeleverde isolatiemateriaal.
10.5 Dakdoorvoer
De dakdoorvoeren zijn in de fabriek uitgerust met een temperatuur-
en UV-bestendige isolatie.
26
_0
5
_0
1
_0
6
1
0
1
2
3
1 Aansluitklem
2 Dakdoorvoer met sensorleiding
3 Dakdoorvoer
Instructie
Het is niet toegestaan de stekkerverbindingen te smeren.
f
Verwijder de afdekking van de collectoraansluiting.
2
6
_0
5_0
1
_0
6
2
6
f
Steek de stekkerverbinding in de "Dakdoorvoer met
sensorleiding" in de collectoraansluiting aan de aanvoerzijde
van het collectorveld.