qqqĪZ`.<é<`VHCĪHB
ZH<ŝŌTVB.eBÄŗ
N
E
DE
RL
AN
DS
.CZ`<<`.
BHC`&
f
Sluit het instelventiel in het zonnestation door de sleuf van
de debietinstelschroef (boven de debietindicator) naar de
horizontale positie te draaien.
f
Zet de zwaartekrachtrem buiten dienst door de kogelkraan
naar de 45°-stand te draaien.
f
Schakel de vulpomp in.
Blijf verder vullen tot er geen luchtbellen meer uit de afvoerslang
komen.
f
Sluit de aftapkraan en vul tot een druk van ongeveer
0,35 MPa (3,5 bar).
f
Open de ontluchtingsventielen op het hoogste punt
van de installatie en sluit ze opnieuw van zodra er
warmtedragervloeistof naar buiten komt.
10.13 Drukcontrole
f
Sluit de afsluitkranen voor de ontluchters, zodat er geen
drukdaling kan optreden.
f
Breng, bijvoorbeeld met een hydraulische opvoerpomp, een
druk van 0,78 MPa (7,8 bar) in het systeem tot stand.
f
Sluit de KFE-kraan aan op de vulzijde.
f
Sluit het kapventiel om de drukdaling te kunnen meten.
De druk mag na 15 minuten niet gedaald zijn!
Om de veiligheidsklep te monteren, moet de installatie weer
worden leeggemaakt.
f
Open de ontluchters op het hoogste punt in de installatie.
f
Open het instelventiel van het zonnestation door de sleuf van
de debietinstelschroef, boven de debietindicator, naar de
verticale positie te draaien.
f
Om de installatie leeg te maken, opent u de KFE-kranen aan
de vulzijde en aan de aftapzijde.
f
Laat de installatie leeglopen.
f
Open het kapventiel.
Apparatuur- en milieuschade
Monteer de veiligheidsklep als de drukcontrole uitgevoerd
is.
10.14 Dichtheidscontrole
Apparatuur- en milieuschade
De isolatie mag pas worden aangebracht als de
dichtheidscontrole uitgevoerd is.
f
Vul de installatie opnieuw.
f
Breng met de vulpomp een druk van 0,5 MPa (5 bar) tot
stand.
f
De testdruk mag gedurende twee uur niet dalen.
f
Ook als de collectoren afgedekt zijn, zijn drukschommelingen
door wisselende zonnestraling mogelijk.
f
Voer een visuele controle uit op alle verbindingspunten van
de zonne-installatie.
10.15 Afsluiten van het vulproces
f
Verlaag de installatiedruk naar de vereiste vuldruk. Als de
installatie koud staat, bdraagt de minimale vuldruk 0,35 MPa
(3,5 bar).
f
Sluit de vul- en aftapkranen af met de bijgeleverde
afsluitkappen.
f
Breng het veiligheidsgegevensblad van de
warmtedragervloeistof aan op de installatie!
f
Laat de zonne-installatie 's nachts rusten.
f
De volgende morgen, voor het begin van de sterke
zonnestraling, ontlucht u de installatie opnieuw aan de
ontluchtingsventielen.
f
Zet de zwaartekrachtrem buiten dienst door de kogelkraan
naar de verticale positie te draaien.
Instructie
Tijdens normale werking moeten de afsluitkranen voor
de ontluchters in de omgeving van de collector altijd
gesloten worden gehouden.
Apparatuur- en milieuschade
De afvoer van de veiligheidsklep moet uitmonden in een
opvangbak die de volledige inhoud van de installatie
kan opnemen. Bij kleine installaties volstaat hiervoor
de leeggemaakte warmtedragerbus. De verbruikte
warmtedragervloeistof moet op de voorgeschreven manier
worden weggedaan (stort of verbrandingsinstallatie).
10.16 Isolatie
Ga na of de installatie aan een drukcontrole werd onderworpen
en een dichtheidscontrole werd uitgevoerd voor de isolatie wordt
aangebracht.
Isoleer alle buizen. Het isolatiemateriaal moet ter plaatse worden
voorzien.
êĉĉ¼ĉ®ê|ă¼Œ¼ļşêń
Ħăăħ
ê÷Œ¼êńĒù|Œê¼
ĦÖ¼ù®ŒŶĒĒļ¼¼ĉŷ|ļăŒ¼Ö¼ù¼ê®¼ĉ®
Ŷ¼ļăĒÖ¼ĉŶ|ĉƃ©ƃŗÑqŎĦă:ħêõÔƃ
°
)
tot 22
20
22 - 35
30
35 - 100
dezelfde als de binnendiameter van de buis
Bij isolatiematerialen met een ander warmtegeleidend vermogen
dient u de dikte van de isolatielaag om te rekenen.
Gebruik voor de isolatie van de buitenbuizen temperatuur- en UV-
bestendig isolatiemateriaal: minerale wol die voorzien is van een
aluminium roosterfolie, een flexibele EPDM-slang of een EPDM-
slang met gesloten poriën.
Bij de minerale wol is een vaste ommanteling uit aluminiumplaat
aan te bevelen. De EPDM-slang kan worden voorzien van een UV-
bestendige verflaag.
f
Voorzie de collectordompelhuls, de schroefkoppelingen en
de dakdoorvoer van een isolatie die voegdicht gesloten,
temperatuur- en UV-bestendig moet zijn.
f
Snij het isolatiemateriaal eventueel aan de zijkant in en kleef
de sleuf dicht na de montage.