iNSTallaTiE
toestelbeschrijving
62
| VRC-W 400 (E)
www.stiebel-eltron.com
7.3.2 Ingebruikname
Bij de ingebruikname van het ventilatietoestel moet gecontroleerd
worden en moet in het ingebruiknameprotocol gedocumenteerd
worden dat verbrandingsgassen niet in een hoeveelheid in de
woning terechtkomen die schadelijk is voor de gezondheid.
Ingebruikname in Duitsland
De verantwoordelijke schoorsteenveger voert de oplevering uit.
Ingebruikname buiten Duitsland
Een deskundige moet de oplevering uitvoeren. In geval van twijfel
moet u een onafhankelijke expert bij de oplevering betrekken.
7.3.3 Onderhoud
Regelmatig onderhoud van de vuurhaarden is voorgeschreven. Het
onderhoud omvat het testen van de rookgastrek, de vrije leiding-
diameters en de veiligheidsvoorzieningen. De verantwoordelijke
installateur moet aantonen dat een voldoende hoeveelheid ver-
brandingslucht kan nastromen.
7.4 Gebruik van het toestel in passieve woningen
Wanneer het toestel in een passieve woning wordt gebruikt, moet
u de in de fabriek ingebouwde buitenluchtfilter vervangen. Zie
hoofdstuk "Toestelbeschrijving / Toebehoren".
8. Toestelbeschrijving
8.1 Leveringsomvang
Bij het toestel wordt het volgende geleverd:
- Wandbevestiging
- 2 stergrepen als afstandshouder voor de achterzijde van het
toestel
- Condensaatafvoerslang, slangklem, ophangbeugel
- 4 nippels met nominale maat 160
8.2 Toebehoren
- Bedieningseenheid
- Geluidsisolatieopzetstuk ( LWF SDA 180/280 )
- Voor de inbouw van de toestellen in passieve woningen: Bui-
tenluchtfilter ePM
1
≥ 50 % (F7)
wij kunnen ventilatiebuizen, afvoerlucht- en toevoerluchtventielen
en vergelijkbaar toebehoren leveren.
9. Voorbereidingen
9.1 Opslag
!
Materiële schade
Sla het toestel niet op stoffige locaties op.
9.2 Montageplaats
!
Materiële schade
Het toestel mag niet in de openlucht geplaatst worden.
!
Materiële schade
Controleer of de wand het gewicht van het toestel dragen
kan. Een wand van gipsbeton of met metaalondersteu-
ning is niet voldoende. Dan zijn aanvullende maatregelen
vereist, zoals dubbele ommanteling of extra steunen.
- Het toestel moet horizontaal worden gemonteerd.
- In de opstelruimte moet een voldoende gedimensioneerde
condensaatafvoer met sifon zijn gewaarborgd.
- De opstelruimte moet vorstvrij zijn.
9.2.1 Minimumafstanden
Neem de voor het geluidsisolatieopzetstuk vereiste minimumaf-
standen in acht indien u het geluidsisolatieopzetstuk als toebe-
horen wilt monteren.
≥400
≥700
≥400
≥300
≥300
D
00000
40
35
4