iNSTallaTiE
montage
www.stiebel-eltron.com
VRC-W 400 (E) |
65
N
ED
ER
LA
N
D
S
10.4 Luchtkanalen
!
Materiële schade
Aansluiting van dampkappen op het ventilatiesysteem is
niet toegestaan.
!
Materiële schade
Let er bij de montage op dat er geen metalen splinters in
het buissysteem terechtkomen. Mocht dat toch gebeuren,
dan moeten deze verontreinigingen verwijderd worden
omdat er anders schade aan de ventilatoren kan ont-
staan.
De installatie gebeurt met het installatiemateriaal dat bij ons
verkrijgbaar is of met behulp van in de handel verkrijgbare wik-
kelvouwbuizen.
10.4.1 Isolatie tegen condensaatvorming
!
Materiële schade
Wanneer warme lucht op koude oppervlakken terecht-
komt, kan condensaat ontstaan.
f
Gebruik voor de buitenlucht- en uitlaatluchtkanalen
dampdicht geïsoleerde buizen.
f
Indien de toevoerlucht- en afvoerluchtkanalen door
onverwarmde ruimten leiden, isoleert u deze.
10.4.2 Luchtkanalen op het toestel aansluiten
Op het toestel kunt u luchtkanalen met twee verschillende dia-
meters aansluiten.
Diameter DN 160
D
00000
62
51
7
1
2
1 Nippel
2 Luchtkanaal
f
Schuif een van de meegeleverde nippels in de
luchtaansluiting.
f
Schuif het luchtkanaal op de nippel.
3x
3x
1
D
00000
62
51
8
1 Plaatschroef
f
Bevestig de nippel met maximaal 3 schroeven op de lucht-
aansluiting van het toestel.
f
Bevestig het luchtkanaal met maximaal 3 schroeven op de
nippel.
Diameter DN 180
D
00000
62
51
9
f
Schuif het luchtkanaal over de luchtaansluiting.
3x
1
D
00000
62
52
0
1 Plaatschroef
f
Bevestig het luchtkanaal met maximaal 3 schroeven op de
luchtaansluiting van het toestel.
D
00000
62
52
1
1
1 Aluminium afdichtingsband
f
Dicht de overgang van de luchtaansluiting naar het luchtka-
naal af met aluminium afdichtingsband.
10.4.3 Buitenwanddoorvoeren
Installeer de buitenluchtinlaat in het gebouw op een plaats waar
weinig verontreiniging optreedt (stof, roet, geuren, rookgassen,
uitlaatlucht).
Bij de installatie van de buitenwanddoorvoeren moet u een kort-
sluiting tussen de luchttoevoer en de luchtafvoer vermijden.