34
Reparatie
Demontage van het spuitapparaat
Om letsels en een elektrische schok te vermijden, vooraf-
gaand aan reparaties het spuitapparaat uitschakelen en de
stekker uit het stopcontact trekken.
1.
Verwijder de vier vleugelmoeren (18) en verwijder de fil-
terhouder (17), het voorfilter (20) en het hoofdfilter (16).
Onderdelen, pagina 14.
2.
De twee schroeven (101) en de ingangsstekker (61) verwi-
jderen van de HVLP-box (1). Verbeterde de drie stekkers
van de motordraden van deingangsstekker (36).
3.
Draai het spuitapparaat om. Verwijder de vier schroeven
(77) uit de bodemplaat van het spuitapparaat (2).
4.
Trekt de bodemplaat van het spuitapparaat en het daara-
an bevestigde deel naar boven. De motorkabels, die aan
de ingangsstekker bevestigd waren, door de toegangs-
opening in de HVLP-box trekken.
5.
Onderdelen naar behoefte repareren of vervangen.
Samenbouw van het spuitapparaat
1.
De turbinebuisafdichtingen (59, 60) en andere beschadig-
de of versleten onderdelen vervangen.. Vervang de veilig-
heidsschakelaar (32) indien deze geactiveerd werd. Verwi-
jder de lijmresten van oudere afdichtingen door de vlak-
ken af te poetsen met testbenzine (terpentinevervanger).
Laat het oplosmiddel helemaal verdampen, voordat u de
nieuwe afdichting aanbrengt.
2.
Gebruik een combinatievierkant dat u aan de langste zijde
van de turbinebuis (22) aanbrengt om de turbinebuis verti-
caal aan de basis (2) aan te brengen. Houd de turbinebuis
vast om deze verticaal aan de basisrand aan te brengen
en verwijder voorzichtig het combinatievierkant.
3.
Zet het spuitapparaat ondersteboven. Schuif voorzich-
tig de bodemplaat en de bijbehorende onderdelen in de
HVLP-box (1). Opmerking: zorgt ervoor dat de uitlijning
van de turbinebuis behouden blijft.
4.
De motorkabels, die aan de ingangsstekker (61) bevestigd
zijn, door de toegangsopening in de HVLP-box trekken.
5.
Gebruikte vier schroeven (77) om de bodemplaat aan de
HVLP-box (1) vast te schroeven. Gebruik een instelbare
klem aan de buitenzijde van de HVLP-box (1) om zo nodig
de schroefgaten uit de lijnen.
6.
Breng de drie motorkabelstekkers aan de ingangsstekker
(61) aan. Bevestig de ingangsstekker (61) met twee schro-
even (101) aan de HVLP-box (1).
7.
Breng de filterafdichtingen (19), het hoofdfilter (16) met
de pijl in de richting van de HVLP-box (1), het voorfilter
(20), de filterhouder (17) en de slanghouder (35) met de
vier vleugelmoeren (18) aan.
Summary of Contents for HVLP SmartFinish
Page 23: ...23 ...
Page 47: ...47 ...
Page 71: ...71 ...
Page 95: ...95 ...
Page 119: ...119 ...
Page 143: ...143 ...
Page 146: ...146 ...
Page 147: ...147 ...