12
●
Sluit de rode klem aan op de pluspool (+) van
de voertuigbatterij en de zwarte klem op de
minpool (-).
●
Zorg ervoor dat je jouw klem afstelt voor
maximaal contact aan beide zijden van de
klem. Controleer altijd of de klemmen goed
zijn aangesloten.
●
Zorg er bij het gebruik van de klemmen voor
dat de positieve en negatieve polen elkaar niet
raken. Dit kan vonken veroorzaken en leiden
tot veiligheidsrisico’s en kortsluiting in de Jump
Starter.
●
Zet de jumpstarter aan. Steek de autosleutel
weer in het contact en start de auto.
●
Als de auto na 3 pogingen niet kan worden
gestart, moet je de startkabels loskoppelen
van de Jump Starter en het voertuig.
Wacht
minimaal 1 minuut
en herhaal dan de
bovenstaande stappen.
●
Wanneer het voertuig is gestart, zet je eerst de
jumpstarter uit. Hierna verwijder je eerst de
startkabels van de Jump Starter en verwijder
je daarna de rode en zwarte klemmen van de
voertuigbatterij.
●
Laat de motor van het voertuig enige tijd
draaien.
●
Na het starten van een voertuig wordt
aanbevolen om de Jump Starter op te laden
voordat je deze opnieuw gebruikt.
③
④
⑤