BAM/CPM/SUM/UNM/ZPM
II/37
NL
2.4.3 Vóór de eerste inbedrijfna-
me
1. Visuele controle uitvoeren.
2. Elektrische aansluiting controleren.
3. Oliepeil controleren (zie hoofd. 2.6.6).
2.4.4 Elektrische aansluiting
• Netspanning en gegevens op het plaatje
moeten identiek zijn.
• Elektrische beveiliging vlg. Technische Ge-
gevens.
• VDE-bepalingen 0100 en 0105 in acht ne-
men.
L
Bij gebruik van verlengingskabels: kabel-
diameter: min. 2,5 mm²; max. kabel-
lengte:10 m.
2.4.5 Draairichting controleren/
wijzigen
Voor draaistroom-compressors:
1. Draairichting bij elk opnieuw insteken
van de stekker controleren: compressor
inschakelen, observeren en bij verkeerde
draairichting weer uitschakelen.
2. Stekker eruit trekken.
3. Draaistroomstekker met faseomvormer:
deze indrukken en 180° draaien. (afbeel-
ding 2a)
Draaistroomstekker zonder faseomvor-
mer: fases in stekker verwisselen.
Werkstap 1 herhalen.
4. Draairichting is niet veranderd: contact
opnemen met servicepartner.
2.4.6 Olievernevelaar vullen
Voor compressors met olievernevelaar:
1. Compressor/container drukloos maken.
2. Stekker eruit trekken.
3. Oliecontainer van olievernevelaar af-
schroeven. (afbeelding 3a)
Geschikte olie (art.-nr. B770000) gebruiken!
2.4.7 Olievernevelaar instellen
1. Regelschroef voorzichtig met schroeven-
draaier rechtsom dichtschroeven. Dan 1/
2 tot 1 omwenteling openschroeven
(afbeelding 3a).
2. Bij luchtafneming is op het bovenste
kijkglas een olieneerslag als druppelvor-
ming zichtbaar.
Dosering: 1 druppel olie bij 300 – 600 l/
min luchtverbruik. Indien nodig passend
nareguleren en regelmatig controleren.
Let op:
Afzonderlijke persluchtslangen voor
oliehoudende lucht
≤
10 m gebruiken. Ge-
bruiksaanwijzing "Persluchtgereedschappen"
in acht nemen!
2.5 Gebruik
Veiligheidsaanwijzingen in acht nemen!
L
Compressor niet overbelasten: het max.
aantal schakelcycli en de verhouding be-
drijfstijd ten opzichte van stilstand niet
overschrijden!
2.5.1 Inzetstuk
1. Stekker erin steken.
2. Persluchtslang op de snelkoppeling van
de compressor aansluiten. De vergren-
deling vindt automatisch plaats.
3. Dan verbruiker aansluiten.
4. Compressor met de AAN/UIT-schakelaar
(pos. 10) inschakelen. Compressor start
en schakelt automatisch bij maximale
druk uit: hij klaar voor gebruik.
Bij het bereiken van de inschakeldruk start
de compressor automatisch weer.
2.5.2 Werkdruk instellen
1. Instelknop op de (filter-)drukregelaar
omhoog trekken (afbeelding 4a).
2. Rechtsom draaien = druk wordt ver-
hoogd. Linksom draaien = druk wordt
verlaagd.
3. Ingestelde werkdruk op de manometer
(pos. 13) aflezen.
4. Instelknop naar beneden drukken om te
arrêteren.
Technische Gegevens Persluchtgereedschap-
pen/-apparaten in acht nemen.
2.5.3 Na het gebruik
1. Compressor uitschakelen.
2. Stroomtoevoer onderbreken.
3. Steeknippel van de persluchtslang van
de snelkoppeling scheiden.
4. Compressor indien nodig reinigen (zie
hoofd. 2.6.2).
5. Compressor drukloos maken (zie hoofd.
2.6.1).
6. Compressor naar de opslagplaats trans-
porteren (zie hoofd. 2.4.1).
Summary of Contents for STROCOMP 400
Page 2: ......
Page 3: ......
Page 4: ......
Page 73: ...BAM CPM SUM UNM ZPM II 53 RUS 1 2 3 Schneider Druckluft GmbH 1 X X X X X X X X...
Page 78: ...II 58 BAM CPM SUM UNM ZPM RUS 8 2 7 2 2 8 X B X C X X X A X D X 2 4 4...
Page 79: ...BAM CPM SUM UNM ZPM II 59 RUS E X X X X 2 6 5 X X F X G X 2 6 11 X H X 2 6 5 X E I X X J X X X...