108 BREEZY 250
Opties - Voetenplaten
Voetenplaten:
De voetplaten kunnen worden opgeklapt
om makkelijker in en uit uw rolstoel te
komen.
Lengte van het onderbeen:
Voor gebruikers met langere benen, kan
de voetsteun tot het juiste niveau worden
verlaagd met gebruik van de schroeven
(1). Draai de schroeven los, druk de
buizen naar de gewenste positie en draai
de schroeven daarna opnieuw aan (zie
onderdeel over draaimoment). Er moet
altijd 2,5 centimeter ruimte tussen de
voetenplaten en de grond zijn, (Fig. 10).
Voetsteunen en ontgrendelknop
De voetsteunen kunnen in- en uitwaarts worden gezwaaid onder het
zitjuk. Bij het aanbrengen van de
voetsteunen, moeten de voetsteunen
naar binnen of buiten zijn gericht. Draai
de voetsteunen dan naar de middenlijn
tot hij op zijn plaats vastklikt. om de
voetsteunen te verwijderen trekt u aan
de hendel (1), zwaait u de voetsteunen
naar binnen of buiten en heft u ze op om
ze te verwijderen. Zorg ervoor dat de
voetsteun goed op zijn plaats vastklikt,
(Fig. 11).
OPGELET!
De voetsteunen mogen niet worden gebruikt om de stoel te tillen of
•
te dragen wanneer de gebruiker in de stoel zit.
Gebruik de voetplaten niet als u in of uit de rolstoel stapt. Deze
•
moeten voordien omhoog worden gekanteld of de voetsteun moet
zover mogelijk naar buiten worden geduwd.
Optie lengte compenserende beensteun
(Fig. 12-13)
om de voetplaat te verwijderen, trekt u aan de hendel (2), zwaait u de
voetplaat naar buiten en tilt u de beensteun op om deze te verwijderen.
Om te verhogen:
Verwijder het gewicht van de voetsteun
en maak de verstellingsknop (1) los. trek
de voetsteun omhoog en stel hem op de
gewenste hoogte in. Maak hem op de
gewenste hoogte vast door het handwiel
aan te draaien.
Om te verlagen:
Verwijder het gewicht van de voetsteun
door het onderbeen op te tillen en de
vergrendeling met de verstellingsknop
(1) los te draaien. op deze wijze kunt u
de voetsteunen omlaag klappen. Zodra u
de gewenste positie heeft bereikt, maakt
u de vergrendeling weer
met het handwiel vast. u kunt de lagere
beenlengte instellen door de schroeven
(3) los te draaien. Hiermee kunt u
eindeloos aanpassingen aanbrengen.
OPGELET!
Houd de handen weg van het
•
aanpassingsmechanisme tussen
het frame en de beweegbare
onderdelen van de voetsteun terwijl
u de voetsteun verhoogt of verlaagt.
De voetsteunen mogen niet worden
•
gebruikt om de rolstoel op te tillen of te dragen.
Vingers kunnen bekneld raken!
•
als de voetsteunen omhoog of omlaag worden bewogen, mag u
•
uw vingers niet in het aanpassingsmechanisme tussen de
bewegende onderdelen van de voetsteun plaatsen.
Aanpassen van het kuitkussen
Het kuitkussen kan als volgt worden aangepast:
Hoogte: draai de bout (4, Fig. 13) open en verplaats het kuitkussen
naar de gewenste positie. Door het kuitkussen te draaien kan ook de
hoek worden aangepast.
Diepte: draai de bout (5) open en beweeg het kuitkussen in de
gewenste positie.
Breedte: Draai de bout (5) open en plaats de ringetjes achter het
kussen, om de gewenste positie in te stellen.
OPGELET!
controleer altijd of de bevestigingsmaterialen goed vast zitten.
Fig. 11
1
Fig. 10
1
Fig. 12
1
2
Fig. 13
3
4
5
Zwenkwielen, balhoofden, voorvorken
Het kan gebeuren dat de rolstoel iets afwijkt naar links of naar rechts
of dat de zwenkwielen wiebelen. Dat kan door de volgende zaken
komen:
• De voorwaartse en/of achterwaartse wielbeweging is niet goed
ingesteld.
• De camber is niet goed afgesteld.
• De luchtdruk van het zwenkwiel en/of van het achterwiel is niet
goed; de wielen draaien niet soepel genoeg.
De rolstoel beweegt niet in een rechte lijn als de zwenkwielen niet
goed zijn aangepast. u moet de voorwielen laten afstellen door een
erkend dealer. telkens wanneer u de positie van het achterwiel hebt
laten veranderen, moet u het balhoofd opnieuw aanpassen en de
wielvergrendelingen controleren.
De zithoogte wordt bepaald door de positie van het achterwiel en
het zwenkwiel. De zithoogte kan worden aangepast door de positie
van de achterwielen en de zwenkwielen te veranderen
(zie de matrix
voor zithoogte op bladzijde 14)
OPGELET!
nadat de zithoogte is gewijzigd, moeten alle schroeven opnieuw
worden aangedraaid en de wielvergrendeling moet opnieuw worden
aangepast.
Positie van de verlenging van het
achterwiel (Fig. 14) De verlenging
van het achterwiel kan achter de
stang aan de achterzijde worden
gemonteerd; hierdoor wordt het
risico dat de rolstoel kantelt, kleiner.
Hoe groter de wielbasis hoe beter u
bent beschermd tegen het kantelen
van uw rolstoel.
OPGELET!
De wielvergrendelingen moeten op
de nieuwe positie worden aangepast!
Neerklapbare rugleuning
Het uitklappen van de rugleuning:
om de rugleuning rechtop te zetten,
duwt u op de knoppen en tilt u de
hendels omhoog en naar voren,
totdat deze in een opwaartse positie
staan.
Houd uw vingers en voorwerpen
verwijderd van het
vouwmechanisme, om persoonlijk
letsel of beschadiging van
voorwerpen te voorkomen terwijl de
rugleuning wordt in- of uitgevouwen.
Het vouwen van de rugleuning:
De rugleuning van de rolstoel kan
worden opgevouwen, waardoor het
opbergen van de stoel gemakkelijker
is.
Vouw de rugleuning niet terwijl het
wordt belast; hierdoor kan het
mechanisme breken. om de
rugleuning op te vouwen gaat u
achter de rolstoel staan, duwt u op
de knoppen (Fig. 15 en 16), en
vouwt u de rugleuning naar beneden.
Opties - Zwenkwielen
Opties - Verlenging achterwiel
Fig. 14
Opties - Rugleuning
Fig. 16
Fig. 15
NEDERLANDS NEDERLANDS