NEDERLANDS
76
Krypton F
Rev.1.0
6.5 Zwenkwielen
Stellen van het zwenkwiel, zwenkwiel-adaptor en
zwenkwielvork
Als de rolstoel enigszins naar links of rechts trekt, of als de
zwenkwielen trillen, kan dit worden veroorzaakt door een of meer
van de onderstaande factoren:
• De voorwaartse en/of achterwaartse wielbeweging is niet goed
ingesteld.
• De camber is niet goed afgesteld.
• De bandenspanning van de zwenkwielen of achterwielen is niet
correct; de wielen draaien niet soepel.
Om de rolstoel in een rechte lijn te laten rijden, moeten de
zwenkwielen optimaal worden aangepast.
U moet de voorwielen laten afstellen door een erkend dealer.
Telkens wanneer de positie van het achterwiel is veranderd, moet
het balhoofd opnieuw worden aangepast en de
wielvergrendelingen gecontroleerd.
Het zwenkwiel instellen
Om ervoor te zorgen dat beide vorken parallel worden ingesteld,
moet u de tanden tellen die aan beide kanten zichtbaar zijn. Nadat
u de zwenkwielvork heeft ingesteld, zorgen de tanden voor een
stevige positie, en kan een aanpassing van 16° met stappen van
2° worden aangebracht, (Fig. 6.5.1).
Gebruik de vlakke zijde aan de voorkant van de zwenkwielvork om
te controleren dat de positie een rechte hoek met de grond vormt.
Met het gepatenteerde ontwerp kan de zwenkwielvork zodanig
worden gedraaid, dat het op een rechte hoek met de grond
ingesteld kan worden wanneer de zittinghoek is aangepast.
De voorwaartse stabiliteit instellen
Maak de inbusschroeven (1) aan de onderkant van de vork los.
Vervolgens kunt u de schroeven (2) verwijderen. Nu kunt u de
fitting naar links of rechts draaien (3).
Links - de stoel trekt naar links.
Rechts - de stoel trekt naar rechts.
Draai vervolgens de schroeven weer aan (2). Zet de wielvork in
een hoek van 90° ten opzichte van de vloer.
Draai vervolgens de schroeven weer aan (1). (Fig. 6.5.2).
OPGELET!
Sommige schroeven die tijdens de fabricage worden gebruikt, zijn
voorzien van een schroefdraadborgingsmiddel (blauwe stip op de
schroefdraad). Deze kunnen drie keer worden losgedraaid en weer
vastgedraaid. Hierna moeten ze worden vervangen door nieuwe
schroeven. Als alternatief kunt u Loctite™ 243
schroefdraadborgingsmiddel op de schroeven aanbrengen en ze
weer vastdraaien.
Fig. 6.5.2
2
3
1
+8°
- 8°
Fig. 6.5.1