NEDERLANDS
139
Pluton Rev.2.0
Bevestiging aan de stoel
• De Pluton wordt geleverd met geleideplaten voor de
bovenste banden; deze bevinden zich aan beide
zijden aan de bovenkant van de rugleuning (A). De
veiligheidsband moet door deze geleiders worden
aangebracht, vervolgens aangepast en dan op zijn
plaats bevestigd, door middel van sluithaakgespen
(B), direct onder de geleideplaten. (Fig. 4.2).
A
B
Fig. 4.2
• De banden aan de onderzijde van het harnas moeten
door de sluithaakpen worden gehaald, op maat
worden gemaakt en vervolgens worden vergrendeld
door middel van de sluithaakgesp (C), die bevestigd
is op de rail van het heupkussen. (Fig. 4.3).
C
Fig. 4.3
Vastmaken van de gordels
• Doe de stoffen gordel door de gesp op de band.
• De gordels moeten voldoende strak worden
aangetrokken om ondersteuning te bieden aan uw
kind, maar moeten wel comfortabel blijven voelen.
• Wanneer dit is bereikt, moet de gesp worden
dichtgeklikt om de gordel op zijn plaats vast te zetten.
(Fig. 4.4).
Fig. 4.4
WAARSCHUWING!
Dezelfde voorzorgsmaatregelen die hierin worden
beschreven, moeten ook worden nageleefd wanneer er
ondersteuning voor het bovenlichaam wordt gebruikt, of
als er flexibele ondersteuning met banden wordt
gebruikt.
GEVAAR!
Als er ook maar de geringste kans bestaat dat de
banden om de hals van het kind kunnen komen, MOET
HET HARNAS DIRECT WORDEN VERWIJDERD.
GEVAAR!
HET ONJUIST AANPASSEN VAN HEUPGORDELS
KAN EEN ERNSTIG GEVAAR VORMEN VOOR DE
GEBRUIKER.
Heupgordel aanpassen
Wanneer er gebruikgemaakt wordt van heupgordels,
wordt het aanbevolen om de onderstaande punten in
acht te nemen:
De hoek waarmee de heupgordel aan het zitsysteem
wordt bevestigd, heeft een direct effect op de druk die
op het bekken wordt uitgeoefend.
Denk aan het volgende:
• Een bevestigingshoek van 60° aan de zitrail, plaatst
de heupgordel anterieur en inferieur ten opzichte van
de ASIS, waardoor het minder snel zal gebeuren dat
een gebruiker met een posterieure heupkanteling
onder de gordel doorglijdt.
• Een hogere bevestigingshoek van de eerste banden
bevordert een voorwaartse kanteling van het bekken,
wat helpt bij de positionering van patiënten met een
achterwaartse heupkanteling.
• De tweede banden van een 4-puntsgordel zijn
bevestigd aan de stoelpoot tussen 45° en 90°, om de
eerste gepolsterde band op zijn plaats te houden en
te voorkomen dat deze gordel naar de buik glijdt of
gedraaid komt te zitten.
• De bevestigingshoek moet soms worden aangepast,
wanneer er wonden zijn in het heupgebied, wanneer
er sprake is van een instabiel bekken of wanneer er
maagslangen worden gebruikt.
5.0 Veiligheid heupgordel