67
c) Gebruikerscode programmeren, resp. wijzigen
Er kunnen tot 99 verschillende gebruikerscodes worden geprogrammeerd. In
de fabrieksinstelling bij levering is voor het geheugenplaats “01” de gebruikers-
code “3333” voorgeprogrammeerd. Dit kan uiteraard worden gewijzigd.
Schrijf alle gebruikerscodes op (geheugennummer en daarin geprogram-
meerde gebruikerscode). U moet ook nauwkeurig noteren aan wie u een ge-
bruikerscode toekent. Zo kan later vb. deze gebruikerscode doelgericht worden
gewijzigd of gewist.
Let op:
De lengte van de mastercode en gebruikerscodes moet gelijk zijn.
Als u bijvoorbeeld een mastercode met 5 tekens hebt geprogram-
meerd, moeten ook de gebruikerscodes 5 tekens tellen.
Start de programmeermoduse, zoals beschreven in hoofdstuk 8. a). De gele
LED moet oplichten.
Voer vervolgens in:
*XX “Usercode”
(XX = geheugennr. 01...19)
of
*6YY “Usercode”
(YY = geheugennr. 20...99)
Let op dat het getal “6” enkel bij geheugennr. 20...99 mag worden ingevoerd.
Voorbeeld 1:
Aan geheugenplaats “02” wordt gebruikerscode “4444” toegekend.
Voorbeeld 2:
Aan geheugenplaats “35” wordt gebruikerscode “5555” toegekend.
Indien gewenst, kunt u nu andere programmeringen uitvoeren of met de hekje-
toets (#) de programmeermodus verlaten.