4
Tijdens het gebruik van de pomp mogen zich geen personen in het water bevinden.
De pomp mag uitsluitend voor het op het typeplaatje aangegeven toepassingsgebied worden
gebruikt.
Drooglopen - het pompen van het toestel zonder waterdoorvoer - moet worden voorkomen,
omdat de pomp bij watergebrek oververhit kan raken. Dit kan aanzienlijke schade aan het
toestel veroorzaken.
Zorg ervoor dat de elektrische steekverbindingen zich buiten het bereik van overstromend
water bevinden.
Het is absoluut verboden de handen in de opening van de pomp te steken zolang het toestel
aan het elektriciteitsnet is aangesloten.
Voer voor elk gebruik van de pomp een visuele controle uit. Dit geldt in het bijzonder voor het netsnoer en de
stekker. Controleer of alle schroeven goed vast zitten en de aansluitingen in goede staat zijn. Gebruik nooit een
beschadigde pomp. In geval van schade moet de pomp door een vakman worden gecontroleerd.
Bij elke ingebruikname moet er steeds nauwkeurig op worden gelet dat de pomp veilig en stabiel wordt geplaatst.
De pomp maakt naar keuze een automatische of manuele bedrijfsmodus mogelijk. Alleen bij de manuele
bedrijfsmodus kan de vloeistof worden afgepompt tot op het minimale afzuigniveau, dat vermeld is bij de techni-
sche gegevens. Bij de automatische bedrijfsmodus stemt het laagste bereikbare restwaterpeil overeen met het
uitschakelniveau dat vermeld is bij de technische gegevens.
7.1.
Automatische bedrijfsmodus
Vooral bij de automatische bedrijfsmodus moet er absoluut worden gezorgd voor een verticale
opstelling van de pomp, zodat de geïntegreerde vlotterschakelaar vrij kan bewegen.
Controleer met zekerheid dat de pomp uitschakelt, wanneer het waterpeil daalt en het
uitschakelniveau bereikt is.
De pomp beschikt over een geïntegreerde vlotterschakelaar, die - afhankelijk van het waterpeil - een
automatische uitschakeling of inschakeling van het apparaat veroorzaakt. Indien het waterpeil het
uitschakelniveau bereikt of onderschrijdt, dan wordt de pomp uitgeschakeld. Indien het waterpeil het startniveau
bereikt of overschrijdt, dan gaat de pomp in werking. Het start- en uitschakelniveau zijn vermeld bij de technische
gegevens en kunnen niet worden veranderd.
Voor de automatische bedrijfsmodus zet u de hefboom die zich op de pomp bevindt in de stand „AO“.
Steek voor ingebruikname de stekker in een 230-V wisselstroomstopcontact. Zodra de waterstand het startniveau
bereikt of overschrijdt, slaat de pomp vanzelf aan.
Trek de stekker uit het stopcontact om het gebruik van de pomp te beëindigen.
7.2.
Manuele bedrijfsmodus
Bij de manuele bedrijfsmodus van de pomp is de geïntegreerde vlotterschakelaar uitgeschakeld. Dit leidt - zolang
er een verbinding is met het stroomnet – tot een permanente werking van de pomp. Daardoor wordt het gevaar
voor drooglopen verhoogd, wat tot zware beschadigingen aan het apparaat kan leiden door oververhitting. Zorg
er daarom absoluut voor, dat de pomp alleen in werking is, wanneer ze voldoende vloeistof verpompt.
Voor de manuele bedrijfsmodus zet u de hefboom die zich op de pomp bevindt in de stand „M“.
Sluit de netstekker voor de inbedrijfstelling aan op een 230-V-wisselstroomcontactdoos. De pomp start
onmiddellijk.
Trek de stekker uit het stopcontact om het gebruik van de pomp te beëindigen.
7.3.
Thermische motorbeveiliging
De elektrische pompen uit de serie T.I.P. INTEGRA beschikken over een geïntegreerde thermische
motorbeveiliging. Bij overbelasting slaat de motor vanzelf af en gaat na voldoende te zijn afgekoeld weer vanzelf
aan. Mogelijke oorzaken en de daarbijbehorende oplossingen vindt u in het hoofdstuk "Onderhoud en hulp bij
storingen".
8. Onderhoud en hulp bij storingen
Trek voor het verrichten van onderhoudswerkzaamheden altijd de stekker van de pomp uit het
stopcontact. Als de stroomtoevoer niet wordt onderbroken, kan bijv. gevaar ontstaan door per
ongeluk starten van de pomp.
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door onvakkundige reparaties of
pogingen daartoe. Schade die is veroorzaakt door onvakkundige pogingen tot reparatie leidt
tot het vervallen van alle garantieaanspraken.
34
Summary of Contents for INTEGRA 8000
Page 39: ...1 7 3 1 1 2 2 2 3 4 5 6 7 7 1 8 2 7 3 7 3 17 5 7 3 37...
Page 41: ...3 5 2 PP PP 8 PP PP a PP 1 b PP F PP 1 83 5 3 17 5 5 4 6 39...
Page 42: ...4 P 1 9 51 PP 7 7 1 2 V 7 2 40...
Page 43: ...5 0 9 7 3 7 3 17 5 2 VHUYLFH any OLTXLG WKH PRWRU LV QRW UXQQLQJ 6 4 41...
Page 44: ...6 6 6 6 1 1 9 42...
Page 45: ...7 ZZZ WLS SXPSHQ GH 11 43...
Page 70: ...1 T I P 1 1 2 1 3 2 4 2 5 2 6 3 7 4 8 4 9 6 10 6 11 6 1 2 T I P 7 3 17 5 T I P 68...
Page 72: ...3 5 2 PP a PP 1 E PP c PP 83 5 3 17 5 5 4 6 Fl P 1 9 0100 739 9 H0551 F 3 x mm 70...
Page 73: ...4 7 7 1 2 V 7 2 0 9 7 3 T I P 17 5 8 71...
Page 74: ...5 2 1 4 6 6 6 1 3 5 1 4 5 2 3 4 6 72...
Page 100: ...1 7 3 1 1 2 2 2 3 4 4 6 6 6 1 2 7 3 7 3 17 5 7 3 98...
Page 102: ...3 5 2 a b c 83 5 3 17 5 5 4 6 1 9 751 9 100...
Page 103: ...4 7 7 1 O 7 2 0 7 3 7 3 17 5 8 101...
Page 104: ...5 2 6 W 1 6 4 1 1 1 4 1 1 4 102...
Page 105: ...6 2 2 3 9 10 ZZZ WLS SXPSHQ GH 11 103...
Page 106: ...1 7 3 1 1 2 2 2 3 4 4 6 6 6 1 2 7 3 7 3 17 5 7 3 104...
Page 108: ...3 5 2 D b F 1 83 5 3 17 5 5 4 6 1 9 751 9 106...
Page 109: ...4 7 7 1 O 7 2 0 7 3 7 3 17 5 8 107...
Page 110: ...5 2 6 1 6 4 5 1 1 1 4 1 1 4 108...
Page 111: ...6 1 2 1 5 3 1 6 1 1 5 1 6 9 10 ZZZ WLS SXPSHQ GH 11 109...