Instellen van de ogenafstand:
De afstand van de ogen varieert van persoon tot persoon.
Om een optimaal centreren van het ogen- en oculairas te
verkrijgen, kijkt u door de verrekijker en u verandert de
hoek van de middenas, door deze te knikken tot u een
helder kijkveld heeft.
Scherpstelling:
Uw verrekijker is voorzien van een enkeloculair-instelling
1
. Voor het scherp stellen peilt u een verder verwijderd
(ca. 100 m) object aan. Sluit het linkeroog en draai zolang
aan de rechtse oculair-instelring
1
, tot het gepeilde object
scherp afgebeeld wordt. Sluit het linkeroog en draai zolang
aan de rechtse oculair-instelring
1
, tot het gepeilde object
scherp afgebeeld wordt. De verrekijker is nu precies op uw
kijkscherpte ingesteld.
De enkeloculair-instelling
1
is op een grotere diepte-
scherpte gericht, zodat u bij het wisselen van verschillend
ver afgelegen objecten de scherpte enkel bij grote af-
standsverschillen bijstellen moet.
Omstulpen van de oogschelpen:
Belangrijk voor brillendragers: Voor waarnemingen met
een bril worden de rubberen oogschelpen
2
omgestulpt.
Zo kan het maximale gezichtsveld van de verrekijker
optimaal gebruikt worden.
Kompas
3
Uw verrekijker is voorzien van een kompas. Als u door de
verrekijker kijkt, ziet u een schaalverdeling met graden
(350, 360,…). Als u in het midden van de schaal 360° af-
lezen kan, kijkt u exact naar het noorden (zuiden = 180°)
Kompasverlichting
Bij duisternis kan u de kompasbelichting door een lichte
druk op de Aan-/Uitschakelaar
5
aanschakelen. Zolang u
op deze toets drukt, is de kompasbelichting ingeschakeld.
Verwisselen van de batterij
(Fig. 2)
Verwijder deze door de kunststofkap van de
batterijvakafsluiting
4
lichtjes op te heffen. Open dan de
batterijvakafsluiting 4 door met een munt te draaien en de
batterijen te wisselen (GP 186) Beide batterijen moeten met
de +pool naar boven in het batterijvak gelegd worden.
Gebruik van de streepjesplaat
8
Afstandsberekening
Om de afstand van een object bepalen te kunnen, is het
belangrijk de grootte van het object te kennen. Peil het
gewenste object aan en meet de afbeeldinghoogte op de
streepjesplaat. Bij onze afbeelding
8
bereikt een 12 m
hoog gebouw tot 3,9 op de verticale schaal. Draai dan aan
de schaalring tot de witte driehoek (A) op 3,9 op de
- 5 -
NL/BE