_ 60 _
Automatische intervalfunctie
Deze functie is handig voor het opzoeken
van het begin van muziekstukken op een
minidisc of cassette.
Als deze functie is ingeschakeld, zal
automatisch tussen de afzonderlijke
fragmenten een interval van 4 seconden
worden aangebracht.
1. Druk op de [auto space] toets.
De AUTO SPACE indicator licht op.
2. Druk op de play [
∏
] toets.
O
Als de [auto space] toets hierna
opnieuw wordt ingedrukt, zal de functie
worden uitgeschakeld en de
bijbehorende indicator doven.
∑
Indexzoeken
Indexzoeken is mogelijk m.b.v. de
indexzoektoetsen [
{
index
}
]. Met
deze functie kan direkt naar een bepaald
punt van een disc gegaan worden waar
zich indexcodes bevinden.
1. Stel het gewenste fragment
waarbinnen zich de gewenste
indexcode bevindt m.b.v. de
cijfertoetsen in.
2. Druk op de indexzoektoetsen [
{
index
}
] totdat het gewenste
indexnummer in de INDEX display
verschijnt.
O
De aftastkop springt naar het gekozen
indexpunt en weergave begint vanaf de
ingestelde indexcode.
O
Weergave begint vanaf het hoogste
indexnummer als het ingestelde
indexnummer hoger is dan het hoogste
indexnummer van de disc.
O
Terwijl de CD-speler een gekozen
indexpunt opzoekt, zal de tijdteller geen
tijd aangeven. Gedurende het zoeken
kunt u alleen nog de stop [
∑
] toets en
de open/sluit-toets gebruiken; de
andere toetsen werken even niet.
Index-code:
Een muziekstuk kan gesplitst worden in
verscheidene delen. Een indexnummer
verwijst naar een dergelijk deel van een
muziekstuk. Een disc met aldus
onderverdeelde muziekstukken zal het
teken vertonen.
∑
Direct indexzoeken
Nadat een bepaald fragmentnummer
tijdens de stopfunctie met de [
Ú
/
Æ
]
toets is gekozen, kunt u met de
indexzoektoetsen [
{
index
}
] een
bepaald indexnummer opzoeken.
Weergave start vervolgens vanaf het
gekozen indexpunt.
∑
Muziekzoeken met de [
Ú
/
Æ
]
toetsen (verspringen)
Tijdens weergave of in de pauzestand kunt
u gemakkelijk het begin van een
muziekstuk opzoeken met de [
Ú
] en
[
Æ
] toetsen. Het verspringen van
muziekstukken wordt duidelijk in het
TRACK venster aangegeven.
∑
Verspringen naar een volgend
muziekstuk
Wanneer u tijdens afspelen op de [
Æ
]
toets drukt, verspringt de weergavekop
naar het begin van het volgende
muziekstuk.
Telkens wanneer u daarna op de [
Æ
]
toets drukt, verspringt de weergavekop
één muziekstuk verder om door te gaan
met afspelen vanaf dat muziekstuk.
O
Verspringen van nummers is ook
mogelijk tijdens programmaweergave.
Dan kunt u echter alleen doorgaan naar
het begin van de geprogrammeerde
muziekstukken.
∑
Terugspringen naar een voorgaand
muziekstuk
Druk op de
[
Ú
]
toets.
Telkens wanneer u op de [
Ú
] toets
drukt, verspringt de weergavekop naar het
begin van een voorgaand muziekstuk.
Wanneer u deze toets middenin een
muziekstuk indrukt, gaat de weergavekop
terug naar het begin van het weergegeven
muziekstuk. Om terug te gaan naar het
voorgaande muziekstuk, dient u tweemaal
op deze toets te drukken.
Door meermalen indrukken kunt u de
weergavekop laten terugkeren naar het
begin van het eerste muziekstuk op de
disc.
O
Terugspringen is ook mogelijk tijdens
programmaweergave. Dan kunt u
echter alleen teruggaan naar het begin
van de geprogrammeerde
muziekstukken.
∑
Directe nummerkeuze
In de stopstand of de pauzestand kunt u
rechtstreeks een gewenst muziekstuk
opzoeken met de [
Ú
] of [
Æ
] toets.
Druk vervolgens op de [
∏
] weergavetoets
of de [
ƒ
] pauzetoets om het gekozen
muziekstuk af te spelen.
INDEX number
INDEX nummer