I
UK
D
E
F
NL
P
S
DK
FIN
B
GR
CZ
EE
LV
LT
H
M
PL
SK
SLO
25
Handleiding van de operator
5. AANSLUITING OP DE ELEKTRISCHE STROOM
1
. Controleren of de spanning en de frequentie van het net overeenstemmen met die aangeduid op het
plaatje (A) op het toestel.
Controleer of het stopcontact:
2.
a) Uitgerust is met een aarding. b) Geschikt is
voor de nominale stroom op het plaatje. c) Uitgerust is met de beveiligingen volgens de IEC normen: -
Stroomonderbreker (beter bekend als “tecko”) met In=nominale waarde aangeduid op het plaatje, -
Aardlekschakelaar met Id gevoeligheid =30mA.
Controleer of er in de ruimte geen ontploffingsgevaar
3.
bestaat (AD). . De elektrische voedingskabel die aangesloten is op het toestel is: H05 VVF en is
4
geschikt voor intern gebruik. Vervang de kabel met een daarvoor geschikt type voor andere omgevingen
(bijvoorbeeld H07 VVF voor buiten).
Steek de stekker in het stopcontact (geen driewegstekkers of
5.
verloopstukken gebruiken).
Als het toestel tijdens het transport of de opslag verkeerdelijk is
N.B.
neergezet, dient u deze minstens 3 uur op de juiste stand te laten rusten, alvorens deze op het
elektriciteitsnet aan te sluiten (zie fig. 4).
6. DE BEDIENING
Het toestel is uitgerust met bedieningsknoppen geplaatst op de voorkant.
deze dient
1. Lichtschakelaar:
voor het aansteken van de binnenlichten.
deze dient om de koelinstallatie aan te
2. Schakelaar koeling:
zetten.
deze duidt de temperatuur aan de binnenkant van het toestel aan.
4. Thermometer:
Thermostaat:
5
“
SET
deze regelt de temperatuur aan de binnenkant van het toestel. a) Indien de toets
of P
”
één keer wordt ingedrukt, biedt deze de mogelijkheid de ingestelde temperatuur te visualiseren, die
vervolgens gewijzigd kan worden door te drukken op de toets
of op de toets
(zie fig. 5).
6
“
UP
”
7
“
DOWN
”
7. CONTROLE VAN EEN NORMALE WERKING
CONTROLEER DAT: 1.
2.
De stekker is ingestoken.
De schakelaar van de koelinstallatie is ingeschakeld
(groen lichtje brandt).
De thermometer een temperatuur aanduidt die geschikt is voor de eetwaren.
3.
4
5.
. Er zijn geen zonnestralen of felle lampen direct op het toestel gericht.
De omgevingstemperatuur is
niet hoger dan +25°C - R.V. 60%, waarvoor het toestel geschikt is (klimaatsklasse 3).
De goederen
N.B.
zijn adequaat verdeeld zonder een excessief gewicht op de planken, waarbij voldoende ruimte is gelaten
voor een goede circulatie van de koude lucht aan de binnenkant.
8. SCHOONMAAK BINNENKANT (IEDERE 2 WEKEN)
1.
2
3.
De voeding loskoppelen. . De deuren openen en de te bewaren goederen wegnemen.
De wanden
en de accessoires schoonmaken met een spons bevochtigd met water en natriumbicarbonaat en
zorgvuldig afdrogen.
9. VERVANGING VAN DE INTERNE LAMPEN
1
2.
. Schakel de elektrische voeding.
De plastieken dop op het dak wegnemen die hoort bij de lamp die
vervangen moet worden.
De schroeven losschroeven waarmee de bovenste lampenhouder vastzit.
3.
4.
De bovenste lampenhouder losmaken van de tl-buis voorzien van een transparante bescherming.
5
6
7.
. Haal de lamp uit de onderste lampenhouder. . Verwijder de transparante beschermbuis.
Vervang
de tl-buis.
Zet alle onderdelen in de juiste volgorde weer in elkaar (zie fig. 6).
8.
10. VERVANGING VAN DE MAGNETISCHE DICHTING VAN DE DEUR
1.
2
De deur openen. . Met de handen de dichting vastgrijpen en uit de voeg in het profiel van de deur
trekken.
De dichting met een nieuwe vervangen, en erop letten dat deze achtereenvolgend op heel de
3.
omtrek wordt gedrukt (zie fig. 7).