NL 6
VOOR HET INSTELLEN VAN ALARM 1 EN 2
1.
ALARM 1 INSTELLEN:
Druk bij normale tijdsweergave eenmaal op de toets
; de cijfers voor de tijd wijzigen naar de cijfers voor de
alarmtijd “
6:00
” en “
A1
”. Houd vervolgens
voor 2 seconden ingedrukt en de cijfers voor de alarmuren knipperen. Druk op de toets ▲
of ▼ om de u
ren van de gewenste alarmtijd in te stellen.
2.
Druk vervolgens nog een keer eenmaal op
, de cijfers voor de alarmminuten knipperen. Druk op de toets ▲ of ▼ om de minuten in te
stellen van de gewenste alarmtijd.
3.
Druk dan nogmaals op
om het instellen te voltooien. Als er tijdens het instellen binnen ongeveer 15 seconden op geen enkele toets
wordt gedrukt, verlaat de klok de instelmodus.
4.
ALARM 2 INSTELLEN:
Druk bij normale tijdsweergave
tweemaal
op de toets
; de cijfers voor de tijd wijzigen naar de cijfers voor de
alarmtijd “
6:00
” en er wordt “
A2
” weergegeven. Herhaal dan bovenstaande stappen bij het instellen van alarm 1.
UW DAGELIJKS ALARM IN- OF UITSCHAKELEN
1.
Druk eenmaal op de toets
om alleen alarm 1 in te schakelen. Er verschijnt
op het LCD-scherm.
2.
Druk nogmaals op de toets
om alleen alarm 2 in te schakelen. Er verschijnt
op het LCD-scherm.
3.
Druk nogmaals op de toets
om zowel alarm 1 als 2 in te schakelen. Zowel
als
verschijnen op het LCD-scherm.
4.
Druk nogmaals op de toets
om zowel alarm 1 als 2 uit te schakelen. Zowel
als
verdwijnen van het LCD-scherm.
HET SLUIMERALARM GEBRUIKEN
Wanneer de tijd de ingestelde alarmtijd bereikt, zal uw weerstation een korte pieptoon laten horen om u te wekken. De corresponderende
of
zal knipperen.
1.
Druk eenmaal op
om het alarm tijdelijk te stoppen, de corresponderende
of
blijft knipperen. Het alarm zal weer klinken
zodra de ingestelde sluimertijd is verlopen.
2.
Druk wanneer het alarm klinkt eenmaal op
; het alarm stopt voor de dag,
of
wordt statisch. Het alarm gaat de volgende
dag op dezelfde tijd weer af.
Alarmduur: 2 minuten