De instelling van het vermogen vindt plaats met behulp van
schakelaars of een draaicommutator (op sommige
modellen). De snelheid van de draad wordt met de speciale
knop op het bedieningspaneel ingesteld.
MASSA VAN DE LASMACHINE (Tabel 1)
De afstelling van het apparaat op het lassen met de
massieve draad en gas, of met de geaderde draad zonder
OPGELET:
geen enkele van de lasmachines beschreven in
gas, wordt met behulp van de speciale aansluitklemmen
deze handleiding is uitgerust met hijsapparatuur;
aan de zijkant van het lasapparaat of in de ruimte bestemd
voor de draadspoel uitgevoerd.
Een thermostaat geplaatst aan de binnenkant van de
lasmachine beschermt deze tegen verhittingen te wijten
aan defecten of een zwaar gebruik.
Fig. A
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
Alvorens een elektrische aansluiting tot stand te brengen,
moet worden gecontroleerd of de op het plaatje van het
lasapparaat aangegeven spanning en frequentie
overeenkomen met de spanning en de frequentie van het
elektriciteitsnet dat aanwezig is op de plaats waar het
lasapparaat zal worden geïnstalleerd.
De stroomtoevoer naar het apparaat dient door middel va n
twee stroomdraden te worden uitgevoerd (tweefasig of
enkelfasig - nulleiding) plus een derde draad die uitsluitend
voor aardsluitingsbeveiling (PE) dient: deze draad zal
groen-geel van kleur zijn.
STEKKER:
VERBIND EEN GENORMALISEERDE
STEKKER MET AFDOENDE VERMOGEN AAN DE
VOEDINGSKABEL, (2P + AARDE) EN GEBRUIK EEN
M E T Z E K E R I N G E N O F A U T O M AT I S C H E
ONDERBREKER UITGERUSTE CONTACTDOOS.
DE CONTACTDOOS MOET UITGERUST ZIJN MET
ZEKERINGEN OF EEN AUTOMATISCHE SCHAKELAAR;
D E A A R D A A N S L U I T I N G M O E T A A N H E T
A A R D I N G S D R A A D ( G E E L - G R O E N ) VA N D E
NETVOEDING WORDEN AANGESLOTEN.
TABEL 1 GEEFT DE AANBEVOLEN WAARDEN VAN DE
TRAGE ZEKERINGEN VAN DE NETVOEDING WEER IN
AMPÈRES, AFHANKELIJK VAN DE MAXIMALE DOOR
HET LASAPPARAAT GEGENEREERDE NOMINALE
STROOM, EN DE NOMINALE NETSPANNING.
HET LADEN VAN DE DRAADSPOEL - Fig. C
CONTROLEREN OF DE AANDRIJFWIELTJES VAN DE
D R A A D , D E D R A A D G E L E I D E R B U I S E N H E T
CONTACTPUNT VAN DE BRANDER AFGESTEMD ZIJN
OP DE DIAMETER VAN DE TE GEBRUIKEN DRAAD EN
OF ZE OP DE JUISTE WIJZE ZIJN GEÏNSTALLEERD.
- Plaats de draadspoel op de haspel en controleer of de
aandrijfpin van de haspel op de juiste wijze in de daarvoor
bestemde uitsparing is geplaatst
(C-1)
.
in uw bezit moeten rechtstreeks aangeduid worden op
de kentekenplaat van de machine zelf.
INSTALLATIE
PLAATSING
Bij het plaatsen van de machine moet erop worden
toegezien dat de in- en uitlaatopeningen van de koellucht
(gedwongen luchtcirculatie door middel van een ventilator)
niet geblokkeerd worden; er tevens op letten dat er geen
TECHNISCHE GEGEVENS
geleidende stoffen, corroderende dampen, vocht, enz.
De voornaamste technische gegevens met betrekking tot
worden opgezogen.
de prestaties van de machine zijn op de volgende wijze op
het plaatje met technische gegevens (achterpaneel)
samengevat:
Fig. B
1-
EUROPESE referentienorm voor de veiligheid en de
bouw van lasmachines met boog.
2-
Symbool van de interne structuur van de machine:
transformator-gelijkrichter.
3-
Symbool van de voorziene lasprocedure: lassen met
continue stroom van de lasdraad.
4-
Symbool van de voedingslijn : wisselspanning 1ph.
5-
Beschermingsgraad van het omhulsel: IP21 of IP22: is
beschermd tegen vreemde solide lichamen met een
diam. 12.5mm (vb. vingers) en tegen de verticale val
van waterdruppels (IP21) of met een inclinatie van 15°
op de verticaal (IP22).
6 -
Prestaties van het lascircuit:
- U :
maximum spanning piek leeg (lascircuit open).
0
-I /U :
Overeenstemmende genormaliseerde stroom en
2
2
spanning [U2 = (14+0,05 I2) V] die door de machine
kunnen verdeeld worden tijdens het lassen.
- X:
Verhouding intermittentie: duidt de tijd aan dat de
machine de overeenstemmende stroom kan verdelen
(zelfde kolom). Wordt uitgedrukt in %,
op de basis van een cyclus van 10min (vb. 60% = 6
minuten werk, 4 minuten pauze; en zo verder).
- A/V - A/V:
Duidt de gamma van regeling aan van de
stroom van het lassen (minimum- maximum) met de
overeenstemmende spanning van de boog.
7-
Karakteristieke gegevens van de voedingslijn:
LET OP
- U :
Wisselspanning en voedingsfrequentie van de
1
Het niet naleven van bovenstaande regels zal de door
machine (toegestane limieten ±15%):
de fabrikant gerealiseerde beveiliging (klasse I)
- I
:
Maximum stroom geabsorbeerd door de lijn.
1max
tenietdoen, en ernstige risico’s voor personen (bijv.
- I :
maximum efficiënte stroom voeding
1eff
elektrische schokken) en zaken (bijv. brand) met zich
8-
:
De waarde van de zekeringen met vertraagde
mee brengen.
activering moet voorzien worden voor de bescherming
van de lijn.
VOEDINGSKABEL.
- Symbolen met verwijzing naar de veiligheidsnormen.
DEZE OPERATIE MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR
9-
Inschrijvingsnummer fabricage. Identificatie van de
GEKWALIFICEERD PERSONEEL.
machine (noodzakelijk voor technische service,
aanvraag van reserve onderdelen, opzoeken van de
oorsprong van het product).
10-
Symbool S: duidt aan dat er lasoperaties kunnen
uitgevoerd worden in een ruimte met risico voor
elektrische schokken (vb. in de dichte nabijheid van
grote metalen massa's).
Opmerking:
Het aangegeven voorbeeld van de
kentekenplaat geeft een indicatieve aanwijzing van de
betekenis van de symbolen en de cijfers; de exacte
waarden van de technische gegevens van de machine
- 12 -