- Het tegendrukwieltje vrijmaken en van het onderste
MONTAGE CONFECTIE
wieltje verwijderen
(C-2)
.
Fig. G
- Het begin van de draad vrijmaken, het vervormde einde
recht en zonder bramen afknippen. De spoel linksom
d r a a i e n e n h e t d r a a d e i n d e i n d e
draadgeleider steken en ongeveer 50-100 mm diep in de
draadgeleiderbuis van het verbindingsstuk van de
brander duwen.
Het tegendrukwieltje weer op zijn plaats terugbrengen en
de druk op een gemiddelde waarde instellen en
controleren of de draad op de juiste wijze in de groef van
het onderste wieltje is geplaatst
(C-3)
.
- De haspel met behulp van de speciale afstelschroef een
weinig afremmen.
- De sproeier en het contactbuisje wegnemen
.
- H e t l a s a p p a r a a t i n s c h a k e l e n d o o r d e
onderbrekerschakelaar in de (I) stand te plaatsen en op de
knop van de brander te drukken. Wachten tot
hetdraadeinde volledig door de draadgeleiderbuis is
gelopen en circa 10-15 cm uit de voorkant van de brander
steekt. Vervolgens de knop loslaten.
LET OP! Tijdens deze handeling staat de draad onder
elektrische en mechanische spanning en hij kan
daarom, als de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen
niet in acht worden genomen, elektrische schokken
- Richt de lasbrander nooit op uzelf en vermijd direct
en verwondingen veroorzaken of ongewenste
contact met de draad.
lasbogen trekken.
- Sla nooit op de lasbrander met gereedschappen. Gebruik
Daarom:
bij het vastdraaien van de lasbrander ook geen
- Altijd beschermende kledij en beschermende en
gereedschappen.
isolerende handschoenen dragen.
- De brander en zijn kabel niet op warme plekken leggen.
- Het mondstuk van de brander niet op lichaamsdelen
Dit kan leiden tot het smelten van het isolatiemateriaal,
richten.
waardoor de brander binnen korte tijd niet meer bruikbaar
- De gasfles niet met de brander benaderen.
is.
- Het contactpunt en het mondstuk weer op de brander
- Regelmatig de gasslang en de verbindingen op lekken
monteren .
controleren.
- Controleren of de draadvoeding regelmatig is, de druk van
- B i j e l k e v e r v a n g i n g v a n d e d r a a d s p o e l d e
de wieltjes en de afremming van de haspel op minimale
draadgeleiderbuis met droge perslucht doorblazen (max.
waarden afstellen, erop toezien dat de draad niet in de
10 bar) en de integriteit ervan controleren.
g r o e f s l i p t e n d a t o p h e t m o m e n t d a t d e
- Tenminste eenmaal per dag de eindstukken van de
aandrijving wordt gestopt, de wikkels niet los gaan zitten
brander (mondstuk, contactpunt en gasdiffusor) op
als gevolg van een overmatige inertie van de spoel.
slijtage en op hun bevestiging controleren.
- Het uiteinde van de draad die uit het mondstuk komt op
- Alvorens u onderhoud aan de brander gaat verrichten of
een lengte van 10-15 mm recht afknippen.
verbruikte onderdelen gaat vervangen, dient u
de stroomtoevoer af te sluiten en de lasbrander te laten
VOORBEREIDING OP HET LASSEN
afkoelen.
- De retourkabel aan het te lassen stuk bevestigen.
- Vervang het contactbuisje als de opening ervan vervormd
- De polariteit verifiëren
(Fig.D)
.
of verwijd is.
- Als de massieve draad wordt gebruikt, dient tevens de
- Maak periodiek de binnenkant van het mondstuk en de
toevoer van het beschermingsgas met behulp van
diffusor schoon.
de drukregelaar te worden geopend en afgesteld.
- Controleer regelmatig de staat van de laskabels en
vervang ze in geval van slijtage.
LET OP!
Vergeet niet het beschermingsgas af te sluiten na
beëindiging van de werkzaamheden.
Draadvoedingsinrichting
- Het lasapparaat aanzetten en de lasstroom met de
- De staat en de slijtage van de aandrijfwieltjes van de
schakelaars of de draaicommutator (indien aanwezig)
draad controleren en regelmatig de metaalstof die zich in
instellen.
de aandrijfzone (wieltjes en inkomende en uitgaande
draadgeleiders) heeft opgehoopt, verwijderen.
Fig. E
LASKAP
Deze dient tijdens het lassen ALTIJD te worden gebruikt om
de ogen en het gezicht tegen de door de vlamboog
veroorzaakte lichtstralen te beschermen. De kap stelt u
bovendien in staat om tijdens het lassen te zien waar u
werkt.
Fig. F
(C-4)
(C-4)
ONDERHOUD
LET OP!
MET DE STEKKER IN HET STOPCONTACT IN GEEN
GEVAL DE BESCHERMINGSPANELEN VAN HET
APPARAAT VERWIJDEREN EN WERKZAAMHEDEN
BINNEN HET APPARAAT UITVOEREN.
TIJDENS EVENTUELE CONTROLEOPERATIES
UITGEVOERD OP EEN ONDER SPANNING STAAND
APPARAAT BESTAAT HET RISICO VAN ZEER
GEVAARLIJKE ELEKTRISCHE SCHOKKEN ALS
GEVOLG VAN EEN RECHTSTREEKS CONTACT MET
ONDER SPANNING STAANDE ONDERDELEN.
- Van tijd tot tijd, en in ieder geval regelmatig, afhankelijk
van het gebruik en de in de omgeving aanwezige
hoeveelheid stof, de binnenkant van het apparaat
controleren en de zich op de componenten bevindt met
behulp van een lagedrukluchtstraal.
- M o n t e e r , n a h e t b e ë i n d i g e n v a n d e
onderhoudswerkzaamheden, de panelen van de machine
en draai de schroeven daarvan goed vast.
- Voer in geen geval laswerkzaamheden uit als de machine
geopend is.
- 13 -