en zal het *GROENE
(Fig.C-9)
controlelampje van de
- Tijdens deze fase is de werking van het apparaat
onderbrekingsschakelaar plus GROENE controlelampje
geblokkeerd.
ter indicatie van de aanwezigheid van netspanning (gaan
- De hervatting is automatisc h (doven van de
branden).
controlelampjes) 4 sec nadat de drukwaarde weer
binnen de toegestane marge is teruggekeerd.
De besturings- en hulpcircuits worden gevoed,
maar er zal
geen spanning op de brander staan
(STAND BY).
8 PLAATJE MET TECHNISCHE GEGEVENS (Fig.I)
In de stand
O
(OFF) is elke functie onderbroken; de
a
Gebruiksgegevens (snijcircuit)
besturingseenheden zijn uitgeschakeld en het
- Nullastspanning (U
o
).
controlelampje is uit.
- Snijstroom/-spanning (I
2
/U
2
)
- Onderbrekingsverhouding (X) van het gebruik.
2 POTENTIOMETER SNIJSTROOM (FIG. D)
b
Gegevens met betrekking tot het elektriciteitsnet
Voor de instelling van de sterkte van de door de machine
(voeding)
geleverde snijstroom, en die afhankelijk van de toepassing
-
(dikte van het materiaal/snelheid) dient te worden gebruikt.
Zie hiervoor de TECHNISCHE GEGEVENS voor de juiste
- Beschermingsniveau van de behuizing
functioneren-pauze onderbrekingsverhouding, te
- Nominaal
stroom
(I
1
)
gebruiken op basis van het gekozen gamma.
(periode = 10 min.).
BRANDER
3 DRUKREGELAAR (PERSLUCHT PLASMA).
De branderknop is het
enige
bedieningsorgaan om het
(Fig.C-3)
Met behulp van de draaiknop (trekken om te
begin en het eind van de snijoperaties mee te kunnen
ontkoppelen en draaien) de druk van de op de
regelen.
TEC HNI SCH E GEG EVE NS VAN DE BRA NDE R
Zodra de druk van de knop wordt afgenomen zal, met
aangegeven waarde in te stellen.Op de knop drukken om
uitzondering van de koellucht (lucht-na) het snijproces
de afstelling te blokkeren.
onmiddellijk, en in onwillekeurig welke fase hij zich ook
bevindt, worden onderbroken.
4 MANOMETER
(Fig.C-4)
Ongewenste handelingen
: om de procedure te laten
De gewenste waarde (bar) op de manometer.
beginnen, moet, gedurende ten minste 500 ms
(milliseconden) druk op de knop worden uitgeoefend.
5 BRANDER GEACTIVEERD (GELE controlelampje
aanwezigheid spanning op de brander)
(Fig.C-5)
- Als het rod
e controlampje brandt is het snijcircuit
5.SNIJWERKZAAMHEDEN
geactiveerd:
VOORAF
Voorontsteekboog of Snijboog “ON”.
- De stand van zaken en de handelingen beschreven in de
- Het controlelampje is gewoonlijk uit (snijcircuit non-actief)
paragrafen (1) VEILIGHEID en (3) INSTALLATIE van
met de knop van de brander NIET geactiveerd (stand-by
deze handleiding controleren en/of uitvoeren.
positie)
- Eerst de automatische lijnschakelaar en vervolgens de
- Is uit,
bij geactiveerde brander
, onder de volgende
hoofdschakelaar van het apparaat sluiten (in stand I
omstandigheden:
zetten).
- Tijdens de LUCHT VÓÓR (0.3s) en LUCHT NA(>30s)
- Door middel van de op de potentiometer van de
fasen.
snijstroom ingrijpen de meest geschikte stand voor de uit
- Als de voorontsteekboog niet binnen een maximale tijd
te voeren werkzaamheden instellen.
van 2 seconden naar het stuk wordt overgebracht.
- Drukknop voor de lucht indrukken en loslaten om de
- Als de snijboog wordt onderbroken als gevolg van een
luchttoevoer in te schakelen (
³
30 sec lucht na).
te grote afstand tussen de brander en het stuk, door
overmatige slijtage van de elektrode of door een
(Fig.C-8)
In deze fase
, de luchtdruk instellen tot op de
noodzakelijke vergroting van de afstand tussen de
manometer de van de gebruikte brander afhankelijk
brander en het stuk.
gewenste waarde in “bars” , kan worden afgelezen (zie
- Als een beveiligingssysteem heeft ingegrepen.
TECHNISCHE GEGEVENS).
- Wachten tot de luchtstroom vanzelf ophoudt om de
6 THERMISCHE BEVEILIGING
EN AFWIJKINGEN
verwijdering van eventueel in de brander verzameld
VAN DE NETSPANNING (RODE controlelampje voor
condens te vergemakkelijken.
algemeen alarm)
(Fig.C-6)
7 LUCHTDRUKBEVEILIGING (GELE controlelampje
samen met RODE controlelampje voor algemeen
alarm)
.
(Fig.C-7)
- Dit controlelampje zal branden als de luchtdruk niet
voldoende is voor het juiste functioneren van de
brander.
Aantal fasen, frequentie en voedingsspanning.
-
Indien deze brandt, wijst dit op een verhitting van een
SNIJDEN
component van het potentiecircuit, of op een anomalie
Modaliteiten van het snijden:
van de voedingsspanning aan de ingang (onder- of
MET FAKKEL moet men werken met DE SPROEIER IN
overspanning).
CONTACT.
-
Tijdens deze fase wordt de functie van de machine
OPGELET!
belemmerd.
- De uitvoering van het snijden met contact, daar waar dit
- Het herstellen gebeurt automatisch (de rode led gaat
niet voorzien is, veroorzaakt een snelle slijtage van de
uit) 4s nadat één van de voornoemde anomalieën
sproeier van de fakkel. De sproeier van de fakkel naar de
binnen de toegelaten limieten terugkeert.
boord van het stuk brengen (= 3 mm.), de drukknop fakkel
indrukken; na ongeveer 0.5 seconden (pre-lucht) bekomt
men de activering van de pilootboog (maximum duur 2
seconden). Indien de afstand adequaat is, wordt de
pilootboog onmiddellijk overgebracht naar het stuk,
waarbij de snijboog wordt uitgevoerd.
- De fakkel verplaatsen op het oppervlak van het stuk langs
de ideale snijlijn met regelmatige voorwaartse
(U )
1
- 20 -
Summary of Contents for PLASMA 30
Page 52: ...FIG A FIG B 52 ...