Gebruikers - en opslaghandleiding van paneelconvector
199
Nederlands
NL
Functie temperatuurcorrectie van de voeler
Vanwege de specifieke temperatuur in de verschillende
ruimtes kan op de display getoonde en de werkelijk
gemeten temperatuur niet overeenstemmen afhankelijk
van de plaats, waarop het verwarmingstoestel in de
kamer geplaatst is.
•
Controleer de temperatuur, die op de toesteldisplay
wordt getoond
•
Meet de temperatuur op een plaats, waar de
temperatuur genoeg “confortabel” voor u is
(gewoonlijk op een hoogte van 60 cm van de vloer,
als u zittend bent). Bij vastgesteld verschil van
±4
°
С kunt u de nodige correcte in het menu van
de convector aanbrengen (Belangrijke voorwaarde
– de functie kan ingesteld worden alleen na
tempereren van de ruimte – het tempereren kan tot
7 uur duren afhankelijk van de ruimte).
Opmerking:
deze functie wordt gebruikt voor beter
temperatuurcomfort en energiebesparing in de ruimte,
waar zich de convector bevindt. Een verschil groter dan ±4°C
tussen de gemeten temperatuur op de gewenste plaats in de
kamer betekent dat de kamer, waar u de convector gebruikt
niet goed geïsoleerd is of niet goed getempereerd is.
Voorbeeld:
convector geplaatst in een ruimte met een
stenen vloer – weergave op de display 18°C (bij ingestelde
22°C), werkelijk gemeten temperatuur (gevoel van comfort)
22°C op een hoogte van 60 cm van de vloer - > in dat
geval zal de convector de ruimte blijven verwarmen (dat is
direct energieverlies, maar de convector kan de ingestelde
temperatuur niet bereiken, omdat hij de temeratuur
beneden bij de vloer meet) en zal nooit uitgeschakeld
worden. In dit geval is het nodig een temperatuurcorrectie
van +4°C van de voeler in te stellen – in dat geval zal de
convector 22°C tonen en wordt uitgeschakeld – en zal de
gewenste temperatuur van 22°C behouden.
Het normale toestand van de functie is 0
°
C
•
als u de waarde wilt veranderen –als de convector
in modus “Uitgeschakeld” is, klik tegelijkertijd op
de knoppen en “
On/Off
” voor drie seconden
– op de display begint „0
°
C“ te knipperen, druk
op de knop of , totdat op de display de
temperatuurwaarde van „-4°С“ tot „4°С“ verschijnt,
wacht 3 seconden af en de functie zal automatisch
opgeslagen worden.
•
als u de temperatuurcorrectie wilt controleren –
als de convector in modus “Uitgeschakeld” is, klik
tegelijkertijd op de knoppen en“
On/Off
” voor
drie seconden – op de display begint de ingestelde
temperatuur te knipperen, druk op de knop of
, totdat u een nieuwe temperatuurwaarde van
„-4
°
C“ tot „4
°
C“ selecteert.
Opmerking:
na herstellen van de fabrieksinstellingen
moet u opnieuw de temperatuurcorrectie instellen, de
fabrieksinstelling is 0°C.
Adaptieve start
•
de adaptieve startcontrole is een functie, die de
optimale start van de verwarming plant en initieert,
om de gekozen temperatuur in de gewenste tijdstip te
bereiken
•
de functie is automatisch geactiveerd
•
als u de waarde wilt veranderen – als de convector
in modus “Uitgeschakeld” is, klik tegelijkertijd op de
knoppen „ “ en “
Timer
” voor drie seconden – op de
display begint „A_On“ te knipperen, druk op de knop „
“, totdat op de display „AOFF“ verschijnt, wacht 3
seconden af en de functie zal automatisch opgeslagen
worden.
•
Om de fuctie opnieuw te activeren –als de convector
in modus “Uitgeschakeld” is, klik tegelijkertijd op de
knoppen
en “Timer” voor drie seconden – op
de display begint „AOFF“ te knipperen, druk op de
knop , totdat op de display „A_On“ verschijnt,
wacht 3 seconden af en de functie zal automatisch
opgeslagen worden.
Deze functie wordt naar uw voorkeur ingesteld. Het
toestel volgt de geselecteerde “comfort” temperatuur en
bereikt stabiele toestand na 17 uur – deze temperatuur
is een referentie-comforttemperatuur. Er moet ook
een periode van minimum 7 uur met lagere dan de
comforttemperatuur met een verschil van 4°C ± 1°C
ingesteld worden. Bij geactiveerde adaptieve start – laat
de elektronische thermoregelaar van het toestel in 4
cycli (4 х 24 uur) werken - met comfortcycli (17 uur) en
lagere temperatuur (7 uur). Na de laatste cyclus met
lagere temperatuur moet de comforttemperatuur met
±30 minuten afwijking van de ingestelde tijd bereikt
worden – met een maximumverschil van ±1°C van de
referentie-comforttemperatuur.
“Kinderbeveiliging”
U kunt de drukknoppen vergrendelen door tegelijkertijd
op de pijl en op de knop “Timer” te drukken, om een
verandering van de instellingen te voorkomen. Herhaal
de stappen voor ontgrendelen van de drukknoppen.
Opmerking:
als u bij vergrendeld toestenbord op de
knoppen drukt, moet op de display „LOC_“ verschijnen.
Instelling van het “Weekprogramma 24/7”
De instellingen in de modus “Weekprogramma”
zijn alleen mogelijk, als op het toestel de uur en
de dag van de week zijn ingevoerd.
Activeren en deactiveren van deze modus gebeurt als u
de knop “
Timer
” ingedrukt houdt.
De in te stellen parameters zijn drie – dag van de week,
uur en temperatuur, waarbij de overschakeling naar een
andere parameter gebeurt door korte druk op de knop
“
Timer
” in de volgorde dag, uur, temperatuur. De keuze