NL
Montage-instructie (zie ook de afbeeldingen op pag. 4-6)
PLEASE NOTE - VITAL INFORMATION FOR USERS OF EL NIÑO
1. NEVER EXCEED THE MAXIMUM ALLOWED PRESSURE OF 0.3 BAR DURING OPERATION
2. NEVER LIFT OR DRAG THE COLLECTORS BY THE HOSES
Eenvoudig te installeren
De zonnecollector wordt aangesloten op de bestaande circulatiepomp van uw zwembad. Het systeem is voor
-
zien van een omloopaansluiting voor de regeling en uitschakeling van het systeem.
Monteer de toevoer- en afvoernippels (fig. 1)
1. Haal de zonnecollectoren en de set met toevoer- en afvoernippels te voorschijn.
2. Smeer de nippel en de O-ring met een beetje groene zeep of afwasmiddel. Druk de nippel in de zonnecollec
-
tor (de opening van de zonnecollector zit in de hoek van het paneel) (zie afbeelding 1). Ga uiterst nauwkeurig te
werk bij het plaatsen van de nippel. De pasnok moet helemaal tegen het doek worden gedrukt
(zie afbeelding 2 - de vergroting).
3. Plaats de montagebus over de nippel en vergewis u ervan dat de montagebus helemaal tot aan de bodem
reikt. Controleer of het doek helemaal in de sleuven van de montagebus is ingedrukt (zie afbeelding 3 - de
vergroting).
4. Gebruik de spitse achterkant van het montagegereedschap om aan weerszijden van de klep gaten te maken
(zie afbeelding 3).
5. Steek de kabelband door de openingen die u hebt gemaakt (zie afbeelding 4).
6. Trek de kabelband aan rond de klep (zie afbeelding 5).
7. Schroef de nippel vast met behulp van het montagegereedschap. NB: de nippel dient zo stevig mogelijk te
worden vastgeschroefd! Maak uitsluitend gebruik van het bijgeleverde montagegereedschap (zie afbeelding 6).
8. Herhaal punt 2-7 voor alle nippels.
Monteer de O-ringen (fig. 2)
1. Plaats de kleine O-ringen op het male-gedeelte van de slangaansluiting.
2. Plaats de ene, grote O-ring in de zitting van de 32 mm-aansluiting in het koppelstuk.
3. Plaats de andere grote O-ring tegen de zitting op de schroefdraadaansluiting.
Schroef de omloopaansluiting in elkaar (fig. 3)
1. Schroef de beide koppelstukken op de regelklep
Sluit de zonnecollectoren aan (fig. 4, fig. 5, fig. 6).
1. Plaats de zonnecollectoren op een beschutte plaats op het zuiden, geïsoleerd van het grondoppervlak (zie fig. 4).
2. Sluit de toevoer en afvoer van de zonnecollectoren volgens het stromingsschema aan met behulp van de 12
mm-slang (1/2”) en de beide T-koppelingsslangen (zie fig. 5).
3. Vergewis u ervan dat de stroomvoorziening van de pomp is uitgeschakeld (trek de stekker uit het contact).
4. Sluit de 12 mm-slangen (1/2”) van de T-koppelingsslang aan op de omloopaansluiting.
Gebruik de slangaansluitingen.
5. Snijd de retourleiding van de circulatiepomp in twee delen.
6. Sluit de omloopunit aan op de tweedelige retourleidingen van de circulatiepomp (gebruik voor 38 mm het
bijgeleverde verloopstuk). Zet de retourleidingen vast met slangklemmen (zie fig 6).
7. Meet de stroming (zie hieronder).
Meten van stroming (fig. 7)
U meet de stroming als volgt:
1. Open de regelklep van de omloopkoppeling geheel.
2. Plaats de retourslang van de zonnecollectoren in een opvangbak met inhoudsaanduiding.
NB: Plaats uw duim over het male-stuk van de slangaansluiting. Start de pomp, lees het volume na 1 minuut af.
17