8
40.020.933 - rev. 04 - 2011
AT 300 series
Nederlands
G Overloopbeveiliging
H Klixon
I
Schep
2.6
Hoofdcomponenten brander AT
307 (fig. 6)
A Explosieluik
B Branderkamer
C Hitte schild
D Verdampingsdeel
E Verbrandingsluchtventilator
F
Branderschaal
G Overloopbeveiliging
H Ventilatorthermostaat
I
Maximaalthermostaat
J
Schep
2.7
Schakelkast (fig. 5)
A Wipschakelaar:
-
0: De pomp is uitgeschakeld
-
1: Hand bediening
-
2: Automatische bediening
B Controlelamp
C Aansluitsnoer
D Pompregelaar
2.8
Thermostaat
De AT 300 series kent de volgende
thermostaten:
•
Pompthermostaat (voor AT 306 en 307):
Als de kachel in de automatische
bediening is geschakeld, start de
brandstofpomp automatisch op als de
branderschaal op temperatuur is.
•
Maximaalthermostaat (voor AT 307):
De thermostaat stopt de brandstofpomp
als de verbrandingstemperatuur te hoog
wordt.
•
Ventilatorthermostaat (voor AT 307):
De thermostaat start de
warmeluchtventilator zodra de kachel op
temperatuur is. Na uitschakelen van de
kachel zorgt de ventilatorthermostaat
ervoor dat de warmeluchtventilator blijft
draaien waardoor de kachel nakoelt.
Zodra de kachel voldoende is afgekoeld
schakelt de ventilatorthermostaat de
warmeluchtventilator uit.
2.9
Accessoires
•
Schoorsteen met regenkap
3
VOORBEREIDINGEN
3.1
Verpakking verwijderen
1. Verwijder de verpakking van de kachel.
2. Verwijder de verpakking van de delen die
los in de verbrandingskamer liggen.
3.2
Installatie
1. Zorg ervoor dat de afvalolieoliegestookte
kachel horizontaal staat.
2. Breng de onderdelen van de
verbrandingskamer op de juiste wijze
aan, zie fig. 4 en 6.
3. Open de vuldeksel en vul de tank met
brandstof.
4. Tap condens af uit de brandstoftank, zie
fig. 3 (J).
5. Zorg ervoor dat de verwarmde lucht
ongehinderd kan uitstromen.
6. Zorg dat brandbare stoffen voldoende ver
van de kachel verwijderd zijn, zie 1.4.
7. Zorg voor voldoende ventilatie: het
maximale luchtverbruik is 46 m
3
/uur.
8. Zorg voor voldoende hoogte boven de
kachel: deze moet minimaal 1.2 meter
bedragen.
9. Controleer de vloeroppervlakte: deze
moet minimaal 36 m
2
bedragen.
10. Installeer de schoorsteen (5.5 m en een
regenkap).
11. Zorg ervoor dat de wipschakelaar in de
stand 0 staat.
12. Controleer de voedingsspanning: zie het
identificatieplaatje.
13. Steek de steker in de contactdoos.
VOORZICHTIG
In de stationaire afvaloliegestookte
kachels mogen alleen de volgende
oliesoorten verbrand worden:
•
Automatische transmissie olie
•
Dieselolie
•
Hydraulische olie
•
Olie voor huishoudelijk gebruik