NL
6
De
stekker
is
de
enigste
manier
om
het
toestel
te
ontkoppelen
en
moet
daarom
altijd
bereikbaar
zijn.
Om
de
hoofdvoeding
van
het
toestel
uit
te
schakelen,
schakelt
U
het
toestel
uit
en
trekt
U
de
stekker
uit
het
stopcontact.
Dit
apparaat
moet
geaard
worden.
De
fabrikant
is
niet
aansprakelijk
voor
schade
als
gevolg
van
gebruik
zonder
aarding.
INSTALLATIE
Installeer
dit
apparaat
in
een
droge,
goed
geventileerde
ruimte.
De
plaats
waar
het
apparaat
wordt
geïnstalleerd
mag
niet
aan
rechtstreeks
zonlicht
of
een
andere
warmtebron
zijn
blootgesteld,
zoals
een
fornuis,
radiator
enz.
Zorg
voor
een
tussenruimte
van
minstens
10
cm
aan
elke
kant
van
de
behuizing
om
een
goede
ventilatie
van
het
apparaat
te
garanderen.
De
voorste
voeten
kunnen
worden
aangepast
als
het
oppervlak
oneffen
is.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Dit
apparaat
is
ontworpen
voor
werking
in
een
omgevingstemperatuur
tussen
16°C
en
38°C.
Het
apparaat
kan
niet
correct
werken
als
deze
temperaturen
worden
overschreden,
d.w.z.
kouder
of
warmer
zijn.
Bij
langdurig
overschrijden
van
de
opgegeven
omgevingstemperaturen
zal
de
temperatuur
in
de
diepvriezer
boven
‐
18
℃
stijgen
en
kan
voedselbederf
optreden.
VOORDAT
U
VOEDSEL
IN
DE
DIEPVRIEZER
LEGT
Verwijder
alle
verpakkingsmateriaal.
Laat
het
lege
apparaat
ongeveer
2
–
3
uur
werken
zodat
alle
vakken
kunnen
afkoelen
tot
de
juiste
temperatuur.
Reinig
de
binnenkant
van
het
apparaat
met
warm
water
en
een
sopje
om
eventuele
fabricage
‐
en
transportresten
te
verwijderen.
STROOMSTORING
In
geval
van
een
stroomstoring
mag
de
deur
niet
worden
geopend.
Diepgevroren
voedsel
raakt
niet
aangetast
zolang
de
stroomstoring
minder
dan
15
duurt.
Vries
geen
voedsel
opnieuw
in
dat
volledig
is
ontdooid.
Dit
voedsel
kan
gevaarlijk
zijn
om
te
eten.
TEMPERATUURREGELING
De
diepvriezer
wordt
afgesteld
met
een
temperatuurregelaar
aan
de
bovenrechterzijde
van
het
toestel.
Stel
de
temperatuurregelaar
in
op
een
stand
naar
keuze.
Downloaded from www.vandenborre.be