6
6
INSTALLATIE
Installeer
dit
apparaat
in
een
droge,
goed
geventileerde
ruimte.
De
plaats
waar
het
apparaat
wordt
geïnstalleerd
mag
niet
aan
rechtstreeks
zonlicht
of
een
andere
warmtebron
zijn
blootgesteld,
zoals
een
fornuis,
radiator
enz.
Zorg
voor
een
tussenruimte
van
minstens
10
cm
aan
elke
kant
van
de
behuizing
om
een
goede
ventilatie
van
het
apparaat
te
garanderen.
De
voorste
voeten
kunnen
worden
aangepast
als
het
oppervlak
oneffen
is.
De
handgreep
bevestigen
1.
Verwijder
de
doppen
uit
de
gaten
op
de
zijkant
van
de
deur.
2.
Pas
de
gaten
in
de
handgreep
bovenop
de
gaten
in
de
zijkant
van
de
deur.
3.
Zet
de
meegeleverde
schroeven
in
de
gaten
en
draai
stevig
aan.
4.
Zet
de
meegeleverde
schroefdoppen
op
het
handvat.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Dit
apparaat
is
ontworpen
voor
werking
in
een
omgevingstemperatuur
tussen
16°C
en
43°C(N/ST/T).
Het
apparaat
kan
niet
correct
werken
als
deze
temperaturen
worden
overschreden,
d.w.z.
kouder
of
warmer
zijn.
Bij
langdurig
overschrijden
van
de
opgegeven
omgevingstemperaturen
zal
de
temperatuur
in
de
diepvriezer
boven
‐
18
℃
stijgen,
waardoor
voedselbederf
kan
optreden.
VOORDAT
U
LEVENSMIDDELEN
IN
DE
DIEPVRIES
ZET
•
Verwijder
alle
verpakkingsmateriaal.
•
Laat
het
lege
apparaat
ongeveer
2
–
3
uur
werken
zodat
alle
vakken
kunnen
afkoelen
tot
de
juiste
temperatuur.
•
Reinig
de
binnenkant
van
het
apparaat
met
warm
water
en
een
sopje
om
eventuele
fabricage
‐
en
transportresten
te
verwijderen.
STROOMONDERBREKING
Tijdens
een
stroomonderbreking
mag
de
deur
niet
worden
geopend.
Diepgevroren
voedsel
wordt
niet
slecht
als
de
stroomstoring
minder
dan
1
2
uur
duurt.
Volledig
ontdooide
levensmiddelen
mogen
niet
opnieuw
worden
ingevroren.
Deze
levensmiddelen
kunnen
gevaarlijk
zijn
om
te
eten.
Downloaded from www.vandenborre.be