41
1. Zet de functieschakelaar op stand
V
2. Zet de kalibratieschakelaar op de gewenste stand. Als de te meten spanning
vooraf niet bekend is, zet u de schakelaar op de hoogste spanningswaarde
en vermindert u geleidelijk tot de gewenste spanning.
3. Sluit de meetpennen aan op het circuit en lees de waarde af die op het
scherm wordt aangegeven als deze gestabiliseerd is.
1. Zet de functieschakelaar op stand
V~
2. Zet de kalibratieschakelaar op de gewenste stand. Als de te meten spanning
vooraf niet bekend is, zet u de schakelaar op de hoogste spanningswaarde
en vermindert u geleidelijk tot de gewenste spanning
3. Sluit de meetpennen aan op het circuit en lees de waarde af die op het
scherm wordt aangegeven als deze gestabiliseerd is.
Als de schakelaar zich in de stand 300V bevindt, verschijnen de letters HV op het
scherm om aan te geven dat het apparaat zich in de "hoogspanningsmodus" bevindt.
1. Zet de functieschakelaar op stand
A
2. Zet de kalibratieschakelaar op stand
200mA
3. Schakel de stroomtoevoer naar het te testen circuit uit.
4. Sluit de meetpennen in serie aan op de stroom die gemeten moet worden.
5. Schakel het circuit in en lees de waarde af die op het scherm wordt weergege-
ven als deze gestabiliseerd is
1. Zet de functieschakelaar op stand
Ω
2. Zet de kalibratieschakelaar op de gewenste stand.
3. Als de te meten weerstand op een circuit is aangesloten, moeten de
voedingsspanning uitgeschakeld en de condensatoren ontladen worden
voordat de meting wordt uitgevoerd.
4. Sluit de meetpennen aan op het circuit en lees de waarde af die op het
scherm wordt aangegeven als deze gestabiliseerd is.
Bij metingen > 1MΩ heeft de tester enkele seconden nodig om de meting
te stabiliseren. Dit is normaal voor een meting met hoge weerstand.
1. Zet de functieschakelaar op stand
Ω
2. Zet de kalibratieschakelaar op stand
3. Sluit de meetpennen aan op het circuit en lees de waarde af die op het
scherm wordt aangegeven als deze gestabiliseerd is. Als de weerstand lager
is dan 50Ω, zal de zoemer hoorbaar zijn.