5
Programmatie van de handset
14
5.1
Geheugennummers programmeren
14
5.2
Babycall
15
5.2.1 Babycall nummer programmeren
15
5.2.2 Babycall activeren
15
5.2.3 Babycall deactiveren
15
5.3
Gespreksduur aan/uit
15
5.3.1 Gespreksduur activeren
15
5.3.2 Gespreksduur deactiveren
16
5.4
Buiten Bereik-alarm
16
5.4.1 Buiten Bereik-alarm activeren
16
5.4.2 Buiten Bereik-alarm deactiveren
16
5.5
Batterij-status
16
5.5.1 Batterij-status activeren
16
5.5.2 Batterij-status deactiveren
17
5.6
Bezet-indicatie
17
5.6.1 Bezet-indicatie activeren
17
5.6.2 Bezet-indicatie deactiveren
17
5.7
Klaviertoon aan/uit
17
5.7.1 Klaviertoon aan
17
5.7.2 Klaviertoon uit
17
5.8
Manuele/automatische ontvangst
18
5.8.1 Manuele ontvangst
18
5.8.2 Automatische ontvangst
18
5.9
Basisstation traceren
18
5.9.1 Manuele selectie
18
5.9.2 Automatische selectie.
18
5.10
Belvolume van de handset selecteren
19
5.11
Belmelodie selecteren
19
5.12
Volume van de luidspreker selecteren
19
5.13
Mute (C)-Toets (tijdelijk onderbreken van
de microfoon)
19
6
Garantie
20
1 Installatie
1. Installatie
1. Sluit de connector van het telefoonsnoer aan op het
telefoontoestel (1) en steek het andere uiteinde in de
wandcontactdoos van het telefoonnet.
2 . Steek de kleine stekker van de AC adapter in het toestel (2)
en het andere uiteinde in het stopcontact.
1.2 De batterijen opladen
Steek 3 AAA batterijen (NiMH) in de batterijruimte van de
handset. Leg de handset met de toetsen naar beneden op
het basisstation. Er weerklinkt een korte bieptoon. Het
opladen van de batterijen duurt ongeveer 15 uur wanneer
deze volledig leeg is. Bij het eerste gebruik is het aan te
raden de batterijen volledig te laden.
Tijdens de snelle oplading is het mogelijk dat de handset en
de basis opwarmen. De handset zal pas over zijn volledige
capaciteit beschikken na de vierde of vijfde oplading.
Om de levensduur van de batterijen te optimaliseren, dient men
deze op regelmatige tijdstippen (1x per kwartaal) volledig te
ontladen. Hiervoor legt u de handset naast en niet op de basis
tot het zich automatisch deactiveert. Ve rgeet de batterijen
nadien niet opnieuw volledig op te laden. Afhankelijk van het
aantal opladingen verm i n d e rt de levensduur van de batterijen.
1.3 Handset aan / uit
Om het toestel te deactiveren, drukt U gedurende 3 seconden
op de Aan / Uit-toets. Druk opnieuw op de Aan / Uit-toets om
het toestel terug aan te zetten.
2
3
2
1