180
A
B
( )
Thermische isolatie (50 mm breed, 6 mm dik)
Afdichting
Thermische isolatie:
25 mm breed, 6 mm dik
Aluminiumtape
(50 mm breed)
Vierkant kanaal
(25 mm)
25 mm
Uiteinde
Binnenunit
( )
Thermische isolatie (50 mm breed, 6 mm dik)
Afdichting
Thermische isolatie:
25 mm breed, 6 mm dik
Aluminiumtape
(50 mm breed)
Rond kanaal
Thermische isolatie
(25 mm dik, s.g. 24kg/m³)
25 mm
Uiteinde
Binnenunit
Aansluitmethode voor het kanaal
1. Aanvoerluchtzijde
<Rond kanaal>
1. Gebruik kanalen met een diameter die past bij de
diameter van de openingen in de flens.
Gebruik geïsoleerde kanalen met een isolatielaag van
25 mm dik en een s.g. van 24 kg/m³.
2. Monteer de flens en de kanalen. (Afb. 1)
Afb. 1
<Vierkant kanaal>
1. Monteer de flens met 6 schroeven op de luchtaanvoer
van de binnenunit. (Afb. 2)
2. Gebruik kanalen met afmetingen die passen bij de
maat van de openingen in de flens A x B .
Gebruik geïsoleerde kanalen met een isolatielaag van
25 mm dik en een s.g. van 24 kg/m³.
3. Monteer de flens en de kanalen. (Afb. 3)
Afb. 2
Afb. 3
Aandachtspunten bij installatiewerkzaamheden
n
Algemene aandachtspunten
1. Houd bij het bepalen van de installatielocatie van de binnenunit rekening met de positie van de aanvoerluchtkamer,
de structuur van het gebouw en de te installeren kanalen.
2. Dimensioneer de kanalen, om de statische druk-karakteristieken van de aanvoerlucht in de binnenunit te gebruiken,
zodanig dat de diameter van het aanvoerkanaal en de afstand tot de eerste vertakking zo groot mogelijk is
(minimaal 200 mm) zodat een gelijkmatig luchtvolume gerealiseerd kan worden.
Wanneer de vertakking aan het begin van de aanvoerleiding voor de binnenunit zit, zal de lucht voornamelijk door het
middelste kanaal stromen waardoor het volume in de andere vertakkingen veel kleiner zal zijn.
3. Besteed zorg aan elke verbinding en breng overal voldoende thermische isolatie aan.
Bij dit type kan de temperatuur in de kanalen tijdens koelen (en zeker bij kanalen die over een zolder lopen),
vergeleken met het type voor huishoudelijk gebruik, hoog oplopen, waardoor condensvorming kan ontstaan.
Door condensvorming op de buitenkant van het isolatiemateriaal of door weglekkende koude lucht kunnen
waterdruppels worden gevormd.
4. Ook alle geschroefde verbindingen moeten thermisch worden geïsoleerd.
Voorkom condensvorming door de 6 schroeven waarmee de kanaalflens op de luchtaanvoerkamer is bevestigd te
isoleren.
• We adviseren om voor vertakkingen flexibele kanalen te gebruiken (thermische isolatie minimaal 25 mm dik).
• Maak kanalen nooit langer dan 6 m, ook niet wanneer er geen bochten in zitten, en voorkom scherpe bochten
(vanwege de sterke toename daardoor van de stromingsweerstand).
Summary of Contents for RAV-SM1102BT-E
Page 228: ...EH99844301 T ...