22
NL
Digital Inverter
14
PROBLEMEN OPLOSSEN
Naast de codes op de afstandsbediening van de binneneenheid kan de diagnose bij problemen met de buiteneenheid ook
worden vastgesteld met behulp van de LED-lampjes op de printplaat van de buiteneenheid.
Gebruik de LEDs en controleer de codes voor verschillende controlepunten. Meer informatie over de codes op de
afstandsbediening van de binneneenheid vindt u in Installatiehandleiding van de binneneenheid.
Controle van de huidige abnormale status
1. Controleer of DIP-schakelaar SW803 op OFF staat.
2. Noteer de status van LED800 tot en met LED804. (Displaymodus 1)
3. Druk minimaal een seconde lang op SW800. De LED-status wijzigt naar displaymodus 2.
4. Controleer van welke code de displaymodus 1 gelijk is aan de genoteerde LED-status, en displaymodus 2 gelijk is aan de
huidige knipperende status van LED800 tot LED804, via de volgende tabel, om de oorzaak te achterhalen.
Controle van de abnormale status in het verleden alhoewel de abnormale status momenteel niet geldt
1. Stel bit 1 van DIP-schakelaar SW803 in op ON.
2. Noteer de status van LED800 tot en met LED804. (Displaymodus 1)
3. Druk minimaal een seconde lang op SW800. De LED-status wijzigt naar displaymodus 2.
4. Controleer van welke storing de displaymodus 1 gelijk is aan de genoteerde LED-status en displaymodus 2 gelijk is aan de
huidige knipperende status van LED800 tot LED804, via de volgende tabel, om de storing te identificeren.
• Een
fout in de sensor voor de luchttemperatuur (TO)
buiten kan alleen worden gecontroleerd wanneer zich een fout
voordoet.